3.1. personaal perspectief: je kunt alleen van de hoofdpersoon, Stach zien wat hij voelt en denkt.
3.2. het boek start in verleden tijd, de schrijver wil iets vertellen over wat gebeurd is. Daarna worden alle gebeurtenissen in de tegenwoordige tijd verteld.
4. Plaats
4.1. het verhaal begint in de stad Katoren waar de koning dood gaat en Stach wordt geboren.
4.2. Dan komt hij in zeven verschillende steden waar hij opdrachten moet uitvoeren.
5. tijd
5.1. rond 1970 omdat er nog geen sprake is van digitalisering. maar wel treinen waardoor het niet heel vroeger is. ook komen er problemen in voor die in die tijd in de wereld belangrijk waren zoals: milieuvervuiling.
5.2. het verhaal duurt meerdere maanden.
5.3. ook vinden er tijdversnellingen plaats: dat Stach beloofde naar de naar het vuur van de tovenaar in Eklibrie te gaan die dag daarna.
5.4. tijdvertragingen zoals: Stach gaat in overleg met de ministers en daar denk hij na in het boek waardoor het langer duurt,.
6. thema
6.1. de ministers willen de macht houden nadat de koning dood was gegaan. En geven Stach zeven onoplosbare opdrachten. Maar doordat Stach erin gelooft dat het wel oplosbaar is krijgt hij het toch voor elkaar ze op te lossen. En daardoor gaan de bewoners zelf ook in de oplossingen geloven en kunnen de ministers niet meer aan de macht blijven.
