1. KENMERKEN
1.1. Flexibel
1.2. Niet gebonden aan apparaat of locatie
1.3. Betrouwbaarheid
1.4. Kostprijs
1.4.1. Bepaald door abonnement of gebruikte diensten
1.5. Eenvoudig schaalbaar gemaakt
1.6. Empowerment
1.7. Agility
1.8. Application Programming Interface (API)
2. ISSUES
2.1. Kostprijs
2.2. Privacy
2.3. Betrouwbaarheid
2.4. Beveiligingsrisico
2.5. Reactiesnelheid
2.5.1. Afhankelijk van je internetverbinding
2.6. Wetgeving
2.6.1. Europese wetgeving
2.6.2. Amerikaanse wetgeving: Sarbanes-Oxley
3. WAT
3.1. 4 soorten
3.1.1. SaaS
3.1.1.1. Software as a service
3.1.1.2. Applicatie onder controle van de dienstverlener Gebruiker kan er eigenlijk niets aan veranderen
3.1.1.3. Voorbeelden: Webmail, Skype, Facebook, Microsoft Office 365
3.1.2. PaaS
3.1.2.1. Platform as a service
3.1.2.2. Diensten bovenop Saas
3.1.2.3. Voorbeelden: Google Apps Engine, Amazon S3, Rackspace Cloud Sites, Windows Azure
3.1.3. IaaS
3.1.3.1. Infrastructure as a service
3.1.3.2. New node
3.1.3.3. Voorbeelden: Amazon CloudWatch, GoGrid, Amazon VPC
3.1.4. WaaS
3.1.4.1. Wifi as a service
3.1.4.2. Centrale controller van de wifi-infrastructuur bevindt zich online
4. VORMEN
4.1. Interne cloud
4.1.1. Software en data staan volledig op de servers van de externe dienstverlener
4.2. Externe cloud
4.2.1. Geëmuleerde wolk op een privaat netwerk
4.2.1.1. Bedrijf is eigenaar van de infrastructuur en de applicaties
4.2.1.2. Gebruiker: volledige controle over data,beveiliging en kwaliteit van dienst
4.3. Hybride
4.3.1. Interne en externe wolken worden samen gebruikt