ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder)
Door Thomas Vanoosthuyze
1. Oorzaken?
1.1. Precieze oorzaken onduidelijk.
1.2. Erfelijke aandoening.
1.3. Verschillende factoren spelen een positieve of negatieve rol.
2. Wetenschappelijke cijfers
2.1. 5% van de kinderen die voor het eerst naar school gaan.
2.2. Komt vaker voor bij jongens.
2.3. 1/3 kinderen heeft een ernstige ADHD en moeten behandeld worden.
2.4. 2/3 kinderen is ondersteunde hulp voldoende.
2.5. Soms alleen bij groepsactiviteiten.
2.6. Kan op latere leeftijd ook voorkomen.
3. Symptomen?
3.1. Druk.
3.2. Moeilijk stilzitten.
3.3. Impulsief en ongeremd.
3.4. Verstrooid.
3.5. Problemen met aandacht.
3.6. Stress.
4. Wat kan je zelf doen?
4.1. Je kind observeren.
4.2. Mate van bepaald gedrag observeren.
4.3. Zoek tijdig hulp.
4.4. Structuur en regelmaat.
4.5. Consequent handelen.
4.6. Positief gedrag stimuleren.
4.7. Mislukkingen voorkomen.
4.8. Regelmatig overleggen.
5. Behandeling?
5.1. Psycho-educatie.
5.1.1. Aanvaarding van de eigen beperkingen en een aanpassing van het gedrag en het zelfbeeld.
5.2. Gedragstherapie.
5.2.1. Nieuwe vaardigheden aanleren om problemen en gedrag onder controle te krijgen.
5.3. Geneesmiddelen.
6. Wat is het?
6.1. Veel voorkomende psychiatrische aandoening.
6.2. Overmatige beweeglijkheid.
6.3. Concentratiestoornissen.
6.4. Impulsief gedrag.
6.5. Verstrooidheid.
6.6. Reageren op prikkels zowel zintuigelijk als emotioneel.
7. ADHD/ ADD
7.1. ADD
7.1.1. ADD is een vorm waarbij de hyperactiviteit ontbreekt en vooral concentratiestoornissen een groot probleem zijn.