1. Slapen
1.1. Tent
1.2. Hotel
1.3. Bungalow
1.4. Bij familie
1.5. Bij vrienden
1.6. Vakantie huis
2. Eten
2.1. Wat eet je
2.1.1. Snelle hap
2.1.2. Gezond eten
2.1.3. Ongezond eten
2.1.4. Ontbijt
2.1.5. Brunch
2.1.6. lunch
2.1.7. Avondmaal
2.2. Waar eet je
2.2.1. Room service
2.2.2. Restaurant
2.2.3. Zelf koken
2.2.4. Fast food
3. Wat doe je op reis
3.1. Dingen bezoeken
3.1.1. Dierentuinen
3.1.2. Pretparken
3.1.3. Zwembaden
3.1.4. Speeltuinen
3.1.5. Kinderboerderij
3.1.6. Gebouwen bekijken
3.2. Relaxerende activiteiten
3.2.1. Sauna
3.2.2. Niets doen
3.2.3. Massage
3.2.4. Jaccuzi
3.2.5. Boekenlezen
3.3. Activiteiten
3.3.1. Snorkelen
3.3.2. Skieën
3.3.3. Beachvolley
3.3.4. Frisbee
3.3.5. Zandkastelen bouwen
3.3.6. Zwemmen
3.3.7. Dansen
3.3.8. Kinderanimatie
3.3.9. Musea
3.3.10. Festivals
4. Waarom ga je op reis
4.1. Tot rust komen / ontspannen
4.2. Om familie te zien
4.3. Om dingen te ontdekken
4.4. Bezienswaardigheden
4.5. Zakenreis
5. Hoelang ga je op vakantie
5.1. Weekendje weg
5.2. Enkele weken
5.3. Wereldreis
5.4. 1 of meerdere maanden
6. Vervoer (zie project vervoer)
7. Bagage
7.1. Koffer
7.2. Rugzak
7.3. Trolley
8. Welke vakantie
8.1. Wintervakantie
8.1.1. Koud
8.1.2. Zon
8.1.3. Sneeuw
8.1.4. Bergen
8.2. Zomervakantie
8.2.1. Warm
8.2.2. Zon
8.2.3. Zee
8.2.4. Strand
9. Verschillende personen
9.1. Vervoer
9.1.1. Stewardess
9.1.2. Piloot
9.1.3. Machinist
9.1.4. Taxichaufeur
9.2. Onderweg
9.2.1. Autoverhuur
9.2.2. Gids
9.3. Hotel
9.3.1. Receptionist
9.3.2. Concierge
9.3.3. Schoonmaakdienst
9.3.4. Ober
9.3.5. Kok
9.3.6. Hotelmanager
9.4. Camping
9.4.1. Parkbeheerder
9.4.2. Poetsploeg
9.4.3. Klusjesman
9.4.4. Secretariaat
9.4.5. Animatoren
9.4.6. Kok
9.4.7. Badmeester / Redder