Het is goed om rekening te houden met etniciteit als men spreekt over armoede.

1. “Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen.” (Vranken & Geldof, 1992, p. 19)

1.1. Armoede is met andere woorden niet enkel het gevolg van een gebrekkig inkomen, maar kan eveneens veroorzaakt worden door een veelheid aan oorzaken en uitsluitingsmechanismen. (Raeymaeckers, et al., 2017, p. 27)

2. etniciteit = identificeert een gemeenschap gekenmerkt door homogeniteit van taal, cultuur, tradities en historische herinneringen, traditioneel toegewezen op een bepaald grondgebied."

3. het concept van de "etnische groep" is te wijten aan Max Weber ( Van de Tak, 9 december 2016)

3.1. menselijke groepen die gezamenlijk "de persoonlijke overtuiging van een gemeenschappelijke oorsprong", ongeacht of er werkelijk sprake is ouderlijke affiniteit ( Van de Tak,9 december 2016)

4. ja men deelt de bevolkingsgroepen best op

4.1. het is nodig om de relatie tussen de verschillende factoren van armoede van dichterbij te bestuderen

4.1.1. anders is het onmogelijk om de samenhang tot een geheel te vatten

4.2. in deze democratie toont het aan welke mensen en groepen het moeilijk hebben

4.3. het toont aan in welke tijdperiodes mensen uitgesloten worden

4.3.1. hierdoor kan men de oorzaak van armoede achterhalen

4.4. de lage scholingsgraad, gebrek aan de Nederlandse taal etc bepalen de mogelijkheden die mensen hebben om de situatie van armoede te vermijden/ eruit te geraken

4.5. het maatschappelijke en politieke draagvlak voor armoedebestrijding bij mensen met een migratieachtergrond is kleiner dan het draagvlak voor armoedebestrijding bij ‘onze’ mensen.

5. nee men deelt de bevolkingsgroepen best niet op

5.1. We hebben als samenleving de macht, de middelen en dus ook de verantwoordelijkheid om de welvaartstaat zo te organiseren dat burgers, in al hun diversiteit, op optimale omstandigheden kunnen rekenen om hun ‘gewenste’ leven vorm te geven.

5.2. de superdiveristeit wijst op snelle veranderingen in de samenleving

5.3. migranten komen uit veel meer verschillende landeren dan vroeger

5.3.1. meer en meer mensen transnationaal

5.4. Mensen in armoede vereenzelvigen zich niet met hun armoede. Ze distantiëren zich er vaak van.

5.5. Armoede heeft in de eerste plaats een maatschappelijke oorzaak en is een structureel probleem omdat de samenleving er niet in slaagt de rechten van mensen te verzekeren. ARMOEDE EN SOCIALE UITSLUITING JAARBOEK 2017 p 189