Macroniveau's (Maatschappelijke Factoren)

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Macroniveau's (Maatschappelijke Factoren) Door Mind Map: Macroniveau's (Maatschappelijke Factoren)

1. Jongeren zoeken vooral naar immateriële doeleinden zoals bijvoorbeeld zingeving, ze zij nauwelijks geïnteresseerd in materiële doeleinden.

1.1. Jongeren maken groepen en bepaalde bindingen en hierdoor verwerpen ze een aantal kernwaarden van. volwassenen.

1.1.1. Dit is de basis van een gang.

2. Typologie van Cohen

2.1. Het ligt niet alleen aan het gebrek dat er is bij legale middelen, maar ook aan de beschikbaarheid van de illegale middelen.

2.1.1. jongeren willen graag een hogere status in de samenleving, maar dat kan niet altijd. Het ligt er vaak aan in welke sociale klasse ze geboren zijn.

3. Ettikketeringstheorie

3.1. Wanneer een persoon afwijkend gedrag vertoond, plakken we hier zogenaamd het etiket afwijkend op.

3.2. Een en al dan niet een terecht waardeoordeel over bepaald gedrag

4. Typologie van Becker

4.1. Afwijkend gedrag is een relatief begrip. De tijd en de plaats waarin het zich afspeelt is een grote rol.

4.1.1. Wat als afwijkend wordt beschouwd hier of nu, kan later, ergens anders of eerder niet meer als afwijkend worden beschouwd.

4.2. De normen en waarden op het moment in een samenleving is een sociaal proces.

5. Verband Walgrave, Merton en Cohen

5.1. Maatschappelijke factoren die kunnen zorgen dat er bij een persoon een bepaalde innerlijke spanning ontstaat dat kan leiden tot crimineel gedrag.

5.2. Door de sociale ongelijkheid krijgen niet alle mensen gelijke kansen en mogelijkheden op een baan, inkomen of opleiding.

5.2.1. Door deze achterstand vertonen deze mensen sneller crimineel gedrag omdat ze in een lagere positie van de maatschappij zitten.

6. typologie van Durkheim

6.1. De functie van deviant gedrag in een samenleving: het gevoel van saamhorigheid binnen groepen die het deviante gedrag niet accepteren kan toenemen.

6.1.1. Wij met zijn allen tegen hen.

6.1.2. Gezamenlijk bepalen welk gedrag goed gevonden wordt en welk gedrag niet goed gevonden wordt.

7. Typologie van Merton

7.1. Strain to anomie.

7.1.1. Doelen die mensen willen bereiken in de samenleving kunnen stranden omdat er geen legitieme middelen zijn om deze doelen te bereiken.

7.1.1.1. Iedereen krijgt een kans maar voor de ene mens is het makkelijker om deze kans te verzilveren dan voor de andere mens door de omstandigheden.

7.1.2. Succes en welvaart hebben hebben een grote nadruk op de westerse samenleving, niet elk persoon beschikt over de gelijke middelen om dingen te bereiken.

7.2. Een risicogroep voor crimineel gedrag zijn vernieuwers.

7.2.1. Zij streven dezelfde doeleinden en waarden na net zoals de meeste mensen, maar zij hebben geen of te weinig legale middelen om dit te bereiken.

7.2.1.1. Gebruiken nieuwe illegale middelen om alsnog de doeleinden te bereiken

8. Maatschappelijke kwetsbaarheidstheorie van Walgrave

8.1. Negatieve factoren versterken elkaar

8.1.1. Slechte omstandigheden: Werkloosheid, wonen in een slechte buurt en negatief zelfbeeld.

8.1.1.1. deze negatieve factoren kunnen ertoe leiden dat een persoon zich afzet tegen de gehele maatschappij en de politie/justitie

8.2. De rol van de buurt en de ouders is groot. Het kan zorgen voor een ongunstige startpositie in de maatschappij.

8.2.1. Als de ouders arm zijn, dan is het leven voor jongeren niet comfortabel. Dit heeft invloed op hen.

8.2.2. Jongeren zoeken vrienden uit hun buurt die in dezelfde positie verkeren.

8.2.2.1. Dit zorgt voor een ongunstige positie voor jongeren en hun lotgenoten in het maatschappelijke perspectief.