7 scholen

1. Structuralisme

1.1. 1874

1.2. Analyse van de opbouw van het bewustzijn

1.3. Experiment & introspectie

1.4. De geest en het lichaam

1.5. Wundt

1.6. Experimentele psychologie

2. Gestaltpsychologie

2.1. 1920

2.2. Wetmatigheden vinden (vb gelijkheid, nabijheid) bij de perceptie van gestalten

2.3. Vorm, patroon of figuur

2.4. Wertheimer & Lewin

2.5. Experiment & externe observatie

2.6. Houding/relatie tussen vormen, patronen & figuren

3. Psychoanalyse/dieptepsychologie

3.1. 1896

3.2. Het gedrag verklaren vanuit onbewuste instincten en drijfveren en een therapeutisch proces op gang brengen om mensen te genezen

3.3. Gevalstudies en technieken als hypnose, droomanalyse en vrije gedachtenassociatie

3.4. Het afwijkende (onbewuste) & normale gedrag van mensen

3.5. Sigmund Freud, Jung & Adler

4. Cognitieve psychologie

4.1. 1960

4.2. Piaget & Sacks

4.3. Inzicht verwerven in typische cognitieve processen zoals: denken, leren interpreteren & zich aanpassen

4.4. Experimenten & test met behulp van computer

4.5. Het brein als informatieverwerkend systeem en intelligentie

5. Functionalisme

5.1. 1896

5.2. Inzichten uit de psychologie gebruiken om praktische problemen op te lossen

5.3. James

5.4. Experiment en extrospectie

5.5. Functies van mentale activiteiten

6. Behaviorisme

6.1. 1913

6.2. Pavlov, Watson & Skinner

6.3. Verklaring van gedrag of responsen (R) vanuit binnenkomende prikkels (S) geven

6.4. Experimenten op dieren

6.5. Uitwendig waarneembaar gedrag

7. Humanistische psychologie

7.1. 1954

7.2. Zelfontplooiing bevorderen dor menselijke mogelijkheden te exploreren

7.3. Maslow & Rogers

7.4. Alle methoden zijn goed

7.5. Typische menselijke aspecten van het gewone gedrag