Atelier belevingsonderwijs (1)

Dit is mijn mindmap voor college belevingsonderwijs periode 3.Met vriendelijke groet,Thomas von Gleich

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Atelier belevingsonderwijs (1) Door Mind Map: Atelier belevingsonderwijs (1)

1. Proefjes (Centrum voor Educatieve Geografie, 1995)

1.1. Practica

1.2. Proefjes.nl

1.2.1. 'Hoe werkt luchdruk?'

1.2.2. Draaikolk maken

1.3. Geoproefen.nl

1.3.1. Mars en Snicker Geologie

1.3.2. Caldera proef

1.3.3. Convectiebak

1.3.4. Instraling van de zon

1.3.5. Tectoniebak (versch. opties)

1.3.6. Oreo platentectoniek

1.3.7. Sedimentatieproeven

1.3.8. e.a.

1.4. Opdrachtencarrousel

2. Multisensorisch (Ebbens & Ettekoven, 2015)

2.1. Meervoudige intelligenties van Gardner

2.1.1. Naturalistisch

2.1.1.1. Buiten iets laten zien, metafoorgebruik uit natuur, stenen gebruiken bij uitleg, etc.

2.1.2. Visueel/ruimtelijk

2.1.2.1. Grafieken, video's, metaforen, etc.

2.1.3. Muzikaal/ritmisch

2.1.3.1. Zingen, rappen, fluiten, etc.

2.1.4. Verbaal/linguistisch

2.1.4.1. Spreekbeurt, discussie, debat, etc.

2.1.5. Intrapersoonlijk

2.1.5.1. Korte reflectie, iets voor jezelf lezen, etc.

2.1.6. Mathematisch

2.1.6.1. Berekeningen, experimenten, getallenspelletjes, etc.

2.1.7. Lichamelijk

2.1.7.1. Rollenspel, dans, handen/voetenwerk, etc.

2.1.8. Interpersoonlijk

2.1.8.1. In kleine groep discussiëren, klassikaal debat, etc.

2.2. Inspelen op zintuigen, ook wel zintuiglijk

2.2.1. - “Hoe meer stimulerende ervaringen een leerling heeft, des te meer verbindingen in de hersenen gelegd worden en des te beter de leerling de kans krijgt zijn hersenpotentieel tot ontwikkeling te brengen” (Ebbens en Ettekoven, 2015, p. 152)

2.2.2. -Ondersteund het effectief leren (Hattie, 2009)

2.2.3. - Draagt bij aan motivatie leerlingen (Ebbens en Ettekoven, 2015, p.170)

2.2.4. Door gebruik meervoudige intelligenties is de kans groter dat lln zich verwant voelen (aansluiten competentie en leerstijl) (Ebbens en Ettekoven, 2015)

3. Games & simulaties (College belevingsonderwijs, persoonlijke communicatie, 13 februari 2019)

3.1. Rollenspel (Ebbens en Ettekoven, 2015)

3.1.1. Waarom?

3.1.1.1. Kennis lln. is toepasbaar

3.1.1.2. Regels worden door ervaring eigen gemaakt

3.1.1.3. Lln. krijgen kennis en inzicht in besluitvormingsprocessen

3.1.1.4. Lln. leren problemen oplossen

3.1.1.5. Lln. leren rekening houden met (inzichten van) anderen

3.1.1.6. Elke stap heeft gevolgen, is belangrijk voor persoonlijkheid lln. en voor het onderwijsproces ook.

3.1.1.7. Werken motivatieverhogend, mits

3.1.1.7.1. Het onderwerp volgens lln. zinvol is

3.1.1.7.2. Alle lln. actief bezig kunnen zijn

3.1.1.7.3. Het spel een stresssituatie kent.

3.1.1.8. Lln. leert sociale- en samenwerkingsvaardigheden

3.2. Spellen

3.2.1. Natuurlijke en motiverende manier van leren (lln. zijn van nature nieuwsgierig)

3.2.2. Ontwikkelt 21st century skills

3.2.2.1. Creativiteit

3.2.2.2. Oplossingsgericht denken

3.2.2.3. Analyseren

3.2.2.4. Beargumenteren

3.2.3. Bevordert niet-cognitieve vaardigheden

3.2.3.1. Samenwerken

3.2.3.2. Inleven

3.2.3.3. Omgaan met verlies

3.2.3.4. Luisteren

3.2.4. Soorten: - Leerspellen - Rollenspellen - Simulatiespellen

3.2.4.1. - Kwartetspel - Dominospel - Memoryspel - Puzzel - Triviant - Welk woord weg

3.2.5. Voordelen

3.2.5.1. Competitief verhoogt motivatie

3.2.5.2. Lln. verwerven kennis en doorlopen ze de leerinhouden, waarbij ze beslissingen moeten nemen, opdrachten moeten uitvoeren, voor onverwachte situatie komen te staan en zo voorts.

4. Veldwerk (College belevingsonderwijs, persoonlijke communicatie, 18 februari 2019)

4.1. Gedrag/objecten observeren eigen omgeving

4.1.1. Leren onderzoeken en concluderen

4.2. Hoe maak je lln. klaar voor veldwerk?

4.2.1. Hoe spreek je mensen aan?

4.2.2. Waar let je op?

4.2.3. Waar mogen ze heen?

4.2.3.1. Doel

4.2.3.1.1. Kijken

4.2.3.1.2. Verzamelen data

4.2.3.1.3. Theorie aan praktijk koppelen

4.2.3.1.4. Lln. zich laten verwonderen

4.2.4. Welke afspraken maak je? (tijd, locatie, perken)

4.3. Soorten: (Centrum voor Educatieve Geografie, 1995)

4.3.1. Trajectmodel

4.3.1.1. Lln. moeten van a naar b

4.3.2. Terreinmodel

4.3.2.1. Lln. moeten in kaart brengen

4.3.2.1.1. Waarnemen

4.3.2.1.2. invetariseren

4.3.3. Objectmodel

4.3.3.1. Lln. moeten probleemoplossend te werk gaan.

4.4. Dagje Rotterdam (Excursie, persoonlijke communicatie, 12 maart 2019)

4.4.1. Rondvaartboot

4.4.1.1. Haven bekijken

4.4.2. Bezoek aan de markthallen (vs de 'normale' markt?)

4.4.3. Wat zie je/wat hoor je?

4.4.4. Bouwstijlen bekijken

4.4.5. Kijken naar de geschiedenis

4.4.6. Kunst bekijken

4.4.7. Kerkjes in

4.4.8. andere omgevingssfeer proeven

4.4.8.1. Verschillen observeren met eigen omgeving

4.4.8.1.1. Wat zal je thuis niet snel tegenkomen (bijv. een escorte met koetsen)

4.5. Dagje Den Haag (Excursie, persoonlijke communicatie, 13 maart 2019)

4.5.1. Met de tram (kan een nieuwe ervaring zijn)

4.5.2. Naar het binnenhof

4.5.2.1. Bewustwording, kan niet in elk land

4.5.3. Moskee bezoek

5. Excursies (College belevingsonderwijs, persoonlijke communicatie, 12/13 maart 2019)

5.1. Binnenlands

5.1.1. Museon

5.1.2. Geofort

5.2. Buitenlands

5.2.1. Uitwisselingen

5.2.2. Marokko

5.2.3. Binnen Europa

5.2.3.1. ...

5.2.4. Buiten Europa

5.2.4.1. ...

6. Omgevingsonderwijs (College belevingsonderwijs, persoonlijke communicatie, 4 februari 2019)

6.1. In eigen klaslokaal

6.2. Digitaal

6.2.1. Edugis.nl

6.3. Eigen omgeving

6.3.1. School

6.3.2. Thuis

6.3.3. Dan kun je dezelfde situaties elders ook herkennen.

6.4. Landkaarten