1. metaforie
1.1. gelijkenisrelatie
1.1.1. materiële metaforie
1.1.1.1. vorm & positie
1.1.2. functionele metaforie
1.1.3. experiëntiële metaforie
1.1.3.1. zintuigelijk
1.1.3.2. beweging
1.2. andere
1.2.1. gegeneraliseerde metaforie
1.2.1.1. beweging (horizontaal/verticaal) --> hoeveelheid
1.2.1.2. beweging (iets/iem passeert iem/iets)--> tijd
1.2.1.3. hoeveelheid (geld) --> tijd
1.2.2. verbleekte metaforie
2. monosemie = 1 vorm + 1 betekenis
3. polysemie = 1 vorm + 2 verwante betekenissen
4. homonymie = 1 vorm + 2 niet verwante betekenissen
5. homofonie = 2 vormen met versch. klemtoon + 2 niet verwante betekenissen
6. homografie = 2 vormen versch. geschreven (zelfde klank) + 2 verwante betekenissen
7. meronymie = 2 verwante betekenissen + 2 niet-verwante vormen
7.1. inclusierelatie
7.1.1. extensie/referentieel
7.1.1.1. holoniemen maken deel uit van meroniem
7.1.2. intensie/conceptueel
7.1.2.1. holoniem is onderdeel van meroniem
7.2. deel-geheel relatie
7.2.1. canonieke relatie (optioneel)
7.2.1.1. holoniem is (niet) altijd deel van meroniem, meroniem heeft (niet) altijd de holoniem
7.2.2. functionele relatie (prototypisch enkel)
7.2.2.1. holoniem heeft een bepaalde functie binnen het meroniem
7.3. materieel object (protoypisch)
7.4. leden van reeks
7.5. deel van handeling
7.6. lid van groep
7.7. portie / stofnaam van materie
7.8. materiaal van een object
7.9. geen entailment
7.9.1. x= holoniem --> niet perse x= meroniem x= GEEN meroniem --> niet perse x= GEEN holoniem
8. metonymie
8.1. bidirectioneel
8.1.1. plaats <=> bevinding
8.1.2. tijd <=> gebeurtenis
8.1.3. oorzaak/middel <=> gevolg/doel
8.1.4. container <=> inhoud
8.1.5. materiaal <=> product
8.1.6. deel <=> geheel
8.1.6.1. pars pro toto = deel ipv geheel
8.1.6.2. totum pro parte = geheel ipv deel
8.1.7. kenmerk/karaktereig <=> drager/persoon
8.2. unidirectioneel
8.2.1. herkomst --> product
8.2.1.1. eponiemen : herkomst=persoon
8.2.1.2. geoniemen : herkomst = plaats
8.2.2. handeling (nomen actionis)--> handelaar (nomen agentis)
8.2.3. symptoom --> diagnose
9. synonymie = 2 vormen + 1 betekenis
9.1. absolute/totale
9.1.1. in alle contexten vervangbaar + zelfde connotatie
9.1.1.1. bv. uitheems en inheems
9.2. prepositioneel
9.2.1. in alle contexten vervangbaar + niet zelfde connotatie (entailment relatie)
9.2.1.1. bv. eufemise
9.2.1.2. bv. professioneel/technisch & alledaags
9.3. in ruime zin
9.3.1. minstens 1 context vervangbaar + niet zelfde connotatie
10. antonymie = tegenstellende betekenissen + 2 niet verwante vormen
10.1. niet relationele (niet gelijktijdig)
10.1.1. binair
10.1.1.1. 1) niet gradeerbaar (gn conversie/engagement) 2) contradictie ( X=A <--> X = NIET B)
10.1.2. polair (maat)
10.1.2.1. 1) gradeerbaar: gn engagement, wel conversie 2) contrariteit
10.1.3. evaluatief (waarde)
10.1.3.1. 1) gradeerbaar: gn + , wel - engagement 2) contrariteit
10.1.4. subjectief (zintuig/emotie)
10.1.4.1. 1) gradeerbaar: + en - engagement, gn conversie 2) contrariteit
10.1.5. directioneel (richting)
10.1.5.1. 1) gradeerbaar: + en - engagement, gn conversie 2) contrariteit
10.2. complementaire (niet perse van toepassing samen)
10.2.1. actie-reactie
10.2.2. anderen
10.3. relationele (moet samen)
10.3.1. overdracht (bv. van en aan)
10.3.2. ruimtelijk (bv. voor en achter)
11. hyponymie = 2 verwante betekenissen + 2 niet-verwante vormen
11.1. taxonomie relatie (hyponiem = soort v hyperoniem)
11.2. distinctief kenmerk (hyponiem= een X hyperoniem)
11.3. autohyponymie (wrd= hyperoniem & hyponiem)
11.4. inclusie relatie
11.4.1. referentieel/ extensie
11.4.1.1. verz hyponiem < verz hyperoniemen
11.4.2. conceptueel/intensie
11.4.2.1. def hyponiem < def hyperoniem
11.5. relatie van entailment/iimplicatie
11.5.1. x= hyponiem --> x= hyperoniem x= GEEN hyperoniem --> x= GEEN hyponiem