1. Ondertussen waren een aantal europese lnden al druk bezig met het opzetten van de Europese samenwerking
1.1. De eerste stap werd gezet op het gebied van de belangrijke grondstoffen
1.1.1. Kolen
1.1.1.1. Steenkool was de belangrijkste energiebron
1.1.2. Staal
1.1.2.1. Staal was nodig om de industrie op te bouwen
1.1.3. Er was voortaan vrije handel in staal en steenkool tussen Ned,Be, Lux, Fr, West-Duitsland en It
1.1.3.1. West-Europa krabbelde daarna snel overeind
2. Amerika
2.1. De VS maakten zich zorgen
2.2. President Truman was bang dat arme mensen sneller voor het communisme zouden kiezen
2.3. Marshallplan
2.3.1. Financieel en economisch hulpplan van de Amerikanen voor Europa uit 1947, genoemd naar de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Marshall
2.3.2. Amerika had hier zelf ook voordeel aan
2.3.2.1. Op deze manier konden de Amerikanen veer Amerikaanse producten in Europa verkopen
2.3.3. De enige voorwaarden die de Amerikanen aan de hulp stelde was dat er een Europese samenwerking zou ontstaan
2.3.3.1. West-Europese landen gingen op economisch gebied met elkaar samenwerken, als eerste op het gebied van kolen en staal; in 1951 richtten 6 Europese landen daarom de EGSK op
2.3.3.1.1. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
2.3.4. Veel west-Europese landen maakten gebruik van het marshallplan
2.3.4.1. Sommige Oost-Europese landen wilden ook economische hulp
2.3.4.1.1. Stalin verbood die Amerikaanse hulp aan te nemen
2.4. Ging hard aan het werk om van de Westelijke bezettingszones in Duitsland een kapitalistische democratie te maken
2.5. Om de economie op gang te krijgen was er een nieuwe munt nodig.
2.5.1. Zonder overleg met de Sovjet-Unie werd in de Amerikaanse, Franse en Engelse bezettingszone in juni 1948 de nieuwe munt ingevoerd
2.5.1.1. Stalin was woedend
2.5.1.1.1. Als reactie liet hij alle toegangswegen naar West-Berlijn afsluiten
2.5.2. De Duitse mark
3. 2 jaar na de oorlog
3.1. Ging het slecht met de economie in duitsland
3.2. Duitsland had geen eigen bestuur
3.3. Ook andere landen in Europa hadden het moeilijk
3.3.1. Economisch herstel was niet makkelijk
3.3.2. Welvaart was er nauwelijks