Ik als godsdienstleraar

1. Levensbeschouwing

1.1. Zinvol en belangrijk. Ik kijk vaak in een spiegel om te weten of ik mezelf nog recht in de ogen kan kijken. Behandel de mensen zoals je zelf behandeld wil worden.

1.2. Respect voor iedereen en tolerantie.

2. Levensvragen

2.1. Waarom kan het nooit eens 'normaal' lopen? Waarom zijn mijn beide kindjes auti's? Waarom moet ik dit doorstaan, ben ik geen goed persoon?

2.1.1. Alle tegenslagen in mijn leven hebben ervoor gezorgd dat ik sterker in mijn schoenen sta. Dat ik het kleine weet te appreciëren. Mijn auti's hebben mijn leven rijker gemaakt. Mijn ogen geopend. Anders leren kijken naar kinderen en waarom zij iets doen. En zoveel meer.

3. Verhalen

3.1. Verhalen werken in 2 richtingen. Luisteren naar verhalen van de kinderen kan leerrijk zijn maar geeft hun ook een gevoel van bestaan want er wordt naar hun geluisterd.

3.2. Verhalen vertellen kan kinderen inspireren. Maar zo leren ze ook luisteren en stil zijn wanneer dit van hen verwacht wordt. verhalen vertellen aan kinderen, het kan zoveel meer betekenen dan het vertellen alleen of de moraal in het verhaal. Hun fantasie wordt gestimuleerd. Ze leren communiceren en nog zoveel meer.

4. Een leraar met bagage

4.1. Ik heb in mijn 37 jaar al heel wat bagage bijeen geraapt. Deze bagage zou ik voor niets willen ruilen. Niet de goede maar ook niet de slecht ervaringen. Deze hebben er allemaal voor gezorgd dat ik ik ben.

5. Leraar met een hart

5.1. Echtheid, eerlijkheid, bestaansrecht van de gevoelens van kinderen en die van jezelf. Elk gevoel is belangrijk. Ook boosheid hoort daarbij.

6. Leraar met een ziel

6.1. Jezelf openstellen als mens. Toegeven dat je zelf niet onfeilbaar bent. Dat fouten maken mag en niemand perfect is. Maar ook het positieve bekrachtigen.

7. Levensbeschouwelijk leren