1. Netwerkdiensten
1.1. Je kan op alle computers binnen het LAN documenten bekijken omdat alle computers met elkaar verbindt zijn.
2. Gevaren
2.1. Drie gevaren op het internet:
2.1.1. Cyberpesten= Pesten op internet of via een mobiele telefoon.
2.1.2. Phishing= Internetfraude, oplichten van mensen door ze te lokken naar een foute (bank)website.
2.1.3. Hackers= Persoon die binnendringt in een computernetwerk door de beveiliging te omzeilen.
2.2. Hoe kan ik mij beschermen?
2.2.1. Phishing= Je kan de codes van de online bankaccount veranderen of blokkeren.
2.2.2. Cyberpesten= Voorlichtingen over hoe om te gaan met wachtwoorden, persoonlijke gegevens en het plaatsen van informatie is belangrijk.
2.2.3. Hackers= Ervoor zorgen dat persoonlijke gegevens ergens goed beveiligd zijn.
3. onderdelen pc
3.1. Een accespoint is een apparaat dat mogelijkheid maakt om verbinding te maken met een draadloos netwerk
3.2. Een switch is een apparaat dat tot doel heeft toestellen met elkaar te verbinden door het ontvangen, verwerken en doorzenden van ontvangen frames.
3.3. Een LAN (Local area network) is een netwerk dat computers en andere toestellen die zich in een lokaal beperkt gebied bevinden, met elkaar verbindt zodanig dat deze met elkaar kunnen communiceren. (Bv. Computerlokaal)
4. van thuis op het internet
4.1. De modem is een apparaat waarmee informatiesignalen geschikt gemaakt worden om over een verbinding te worden getransporteerd.
4.2. Internetprovider of internetaanbieder, een organisatie of persoon die diensten levert op of via het internet. (Bv. Telenet)
5. IP-adres
5.1. Je surft altijd beter met een URL want dan kom je terecht op de exacte site.
5.2. Ik kan mijn IP-adres opzoeken door..
5.2.1. Stap 1: De windows-toets en de R toets tegelijk indrukken en dan in het uitvoeren-venster cmd.exe in te vullen.
5.2.2. Stap 2: In de command prompt vul je ipconfig in en kijk dan naar het IPv4 adres.