1. Afmetingen
1.1. Diameter
1.1.1. Geboorte
1.1.1.1. 6 mm
1.1.2. Volwassenheid
1.1.2.1. 10 mm
1.2. Dikte
1.2.1. Geboorte
1.2.1.1. 3,7 mm
1.2.2. Puberteit (14 jaar)
1.2.2.1. 4 mm
1.2.3. 50 jaar
1.2.3.1. 4,55 mm
1.3. Gewicht
1.3.1. Geboorte
1.3.1.1. 65 mg
1.3.2. 60 jaar
1.3.2.1. 220 mg
1.4. Kromtestraal
1.4.1. Rust
1.4.1.1. vooraan = 10 mm
1.4.1.2. achteraan = 6 mm
1.4.2. Accommodatie
1.4.2.1. vooraan = 6 mm
1.4.2.2. achteraan = 5 mm
1.5. Lenskapsel
1.5.1. Vooraan
1.5.1.1. dikker
1.5.1.2. wisseling vd kromming bij accommodatie
1.5.2. Achteraan
1.5.2.1. dun
1.5.2.2. kromming achteraan weinig wisselt
2. Accommodatie
2.1. Ciliaire spieren staan in voor lenskromming
2.1.1. Verte kijken
2.1.1.1. Geen moeite
2.1.1.2. Ciliaire spieren = rust
2.1.1.3. Geen accomodatie
2.1.1.4. zonulae van Zinn
2.1.1.4.1. gespannen
2.1.1.4.2. lens afgeplat
2.1.2. Dichtbij zien
2.1.2.1. Na lange tijd vermoeiend
2.1.2.2. Lichtstralen moeten meer gebroken worden = voor een duidelijk beeld op netvlies
2.1.2.3. zonulae van Zinn
2.1.2.3.1. ontspannen
2.1.2.3.2. lens bolvormig
3. Lichtbreking
3.1. Brekingsindex kristallens
3.1.1. 1,42
3.1.2. Neemt toe met de leeftijd
3.2. Brekingskracht
3.2.1. 20 Dioptrie
3.2.2. Neemt af met leeftijd
3.3. Accommodatieve kracht
3.3.1. 14 Dioptrie bij geboorte
3.3.2. Neemt af met de leeftijd
4. Metabolisme van de kristallens
4.1. Watergehalte > 66%
4.1.1. Kristallens wordt ondoorzichtig
4.1.2. Lensvezels uit elkaar geduwd
4.1.2.1. omgeven door waterig kamervocht
4.1.2.1.1. kan binnensijpelen
4.2. 7e maand embryonale ontwikkeling
4.2.1. gevoed via arterie hyaloidea
4.2.1.1. bloedvat papil
4.2.1.1.1. via
5. Lichtabsorptie door de kristallens
5.1. 10% invallend licht = tegengehouden door kristallens
5.2. Verouderen = verkleuring tot lens ondoorzichtig wordt
5.3. Cataract
5.3.1. Lens = ondoorzichtig
5.3.2. Aangeboren
5.3.3. Bepaalde geneesmiddelen
5.3.4. Verwondingen
5.4. Lichtabsorptie afhankelijk van
5.4.1. Golflengte
5.4.2. Schadelijke UV & IR stralen = tegengehouden ( zo geen verbranding in netvlies)
6. Chemische samenstelling van de kristallens
6.1. 60 - 70 % water
6.1.1. watergehalte cortex
6.1.1.1. 73-80%
6.1.2. watergehalte nucleus
6.1.2.1. 68%
6.1.3. kristallens
6.1.3.1. gedehydrateerd
6.1.3.1.1. actieve Na+ pomp
6.1.3.1.2. belangrijk voor
6.1.3.1.3. lensvezels
6.2. 30-50% eiwitten
6.2.1. 90% oplosbare
6.2.1.1. crystalline
6.2.1.1.1. alfa crystalline
6.2.1.1.2. bèta & gamma crystalline
6.2.2. onoplosbare
6.2.2.1. lensdoorzichtigheid daalt
6.2.2.2. veroudering
6.2.2.2.1. stijging onoplosbare eiwitten
6.3. 1% CHO, vetten & sporenelementen
6.3.1. glutathion
6.3.1.1. onoplosbaar tripeptide
6.3.1.1.1. aminozuren
6.3.1.2. komt voor in cellen met hoge concentratie
6.3.1.3. belangrijk antioxidant
6.3.1.4. gereduceerde vorm ( GSH)
6.3.1.4.1. macromoleculen beschermen tegen
6.3.2. cholesterol
6.3.2.1. hoge concentratie
6.3.2.1.1. weinig intercellulaire stof
6.3.2.1.2. veel celmembraanmateriaal
7. Structuur
7.1. Lenskapsel
7.1.1. Histologie
7.1.1.1. Dun, transparant, elastisch omhulsel
7.1.1.2. Vooraan dikker dan achteraan
7.1.1.3. ongewoon, dikke basale lamina
7.1.1.4. dikte varieert
7.1.1.4.1. neemt anterior toe met de leeftijd
7.1.1.5. Kapsel
7.1.1.5.1. Taai
7.1.1.5.2. Elastisch
7.1.1.5.3. Bepaalt vorm van de lens
7.1.1.6. doorlaatbaarheid
7.1.1.6.1. kleine molecuelen
7.1.1.6.2. grote moleculen
7.2. Lensepitheel
7.2.1. Eenlagig eptiheel
7.2.1.1. Verbonden via
7.2.1.1.1. Gap junctions
7.2.1.1.2. Desmosomen
7.2.1.1.3. Interdigitaties
7.2.1.2. Metabolisch actief
7.2.1.3. Verbruikt veel zuurstof & glucose
7.2.1.4. Epitheel functie =
7.2.1.4.1. waterbalans vd lens in evenwicht te houden
7.2.1.5. 2 zones
7.2.1.5.1. 1) Pre- equatoriale zone / Kiemlaag
7.2.1.5.2. 2) Centrale zone
7.3. Cortex / schors
7.3.1. Histologie
7.3.1.1. Ingenomen door lensvezels
7.3.1.1.1. Primaire lensvezels
7.3.1.1.2. Secundaire lensvezels
7.3.1.2. Watergehalte 73-80%
7.4. Lensvezels
7.4.1. Histologie
7.4.1.1. Productie lensvezels
7.4.1.1.1. = levenslang
7.4.1.2. Nieuwe worden toegevoegd aan buitenkant vd oude
7.4.1.3. Structuur van een ui
7.4.1.4. Vezels = hexagonaal
7.4.1.5. Vezels = gearrangeerd in concentrische cirkels
7.4.1.6. Lensboog
7.4.1.6.1. Plaats waar nuclei/ kern van nieuwe vezels op 1 lijn liggen
7.5. Kern / nucleus
7.5.1. 1) Volwassen kern
7.5.1.1. lensvezels gevormd tot middelbare leeftijd
7.5.2. 2) Infantiele / juveniele kern
7.5.2.1. lensvezels voor seksuele rijping
7.5.3. 3) Foetale kern
7.5.3.1. omvat embryonale nucleus
7.5.3.2. secundaire lensvezels
7.5.3.2.1. mitose in pre equatoriale zone
7.5.4. 4) Embryonale kern
7.5.4.1. primaire lensvezels
7.5.4.1.1. verlengen van posterior epitheel
7.5.5. Watergehalte 68%
7.6. Suturen
7.6.1. vorm
7.6.1.1. omgekeerde Y
7.6.1.2. rechtopstaande Y
7.6.1.3. leeftijdtoename
7.6.1.3.1. ingewikkeld dendritisch patroon
7.7. Zonulae van Zinn/ lensbandjes
7.7.1. staat in verbinding met
7.7.1.1. kristallens
7.7.1.2. corpus ciliaris
7.7.2. macromoleculaire samenstelling
7.7.2.1. microfibrillen
7.7.2.1.1. cellulose
7.7.2.1.2. glycoproteïne
7.7.3. ontstaan uit
7.7.3.1. extracellulaire matrix
7.7.3.1.1. fibrilline
7.7.3.1.2. elastine
7.7.4. functie
7.7.4.1. acties assisteren ciliare spier
7.7.4.2. positie lens