1. wat vind ik leuk
1.1. Pas vind ik heel leuk
1.1.1. ik verwacht dit van het werk dat ik ga doen
1.2. documenten overzichtelijk maken
1.2.1. zo help je de mensen die het nodig hebben
1.3. simulatie
1.3.1. ik vind dit het meest passen bij wat ik wil
1.4. burgerschap
1.4.1. ik heb dit vak al gehad dus weet een beetje waar het over gaat
2. wat vind ik niet leuk
2.1. telefoon opnemen
2.1.1. je weet niet altijd wat je moet zeggen
2.2. samenwerken
2.2.1. ik doe het het liefst zelf
2.3. opdrachten met de CAO
2.3.1. ik vind het saai
2.4. posters/mindmap maken
2.4.1. ik ben niet echt creatief
2.5. bedrijfskunde
2.5.1. ik snap niks van het vak
3. wat heb ik geleerd
3.1. blok 1
3.1.1. de site van de efteling leren kennen
3.1.2. documenten ordenen
3.2. blok 2
3.2.1. hoe je beleefd de naam van een beller kan vragen
3.2.2. goed leren luisteren
3.2.3. de aanhef en adressering
3.2.4. post registreren
3.2.5. het telefoon alfabet
3.3. blok 3
3.3.1. telefoneren
3.3.2. hoe je moet archiveren
3.3.3. hoe je een afspraak af moet zeggen
3.4. blok 4
3.4.1. de soorten archieven
3.4.2. posttarieven opzoeken
3.5. blok 5
3.5.1. kennismaken met PAS
3.5.2. sollicitaties verwerken
3.5.3. de cao verkennen
3.6. blok 6
3.6.1. het antwoord apparaat inspreken
3.6.2. informatie verwerken
3.6.3. emails sturen
3.7. blok 7
3.7.1. post registreren
3.7.2. afspraken verzetten
3.7.3. klantgegevens verwerken en invoeren
4. waar ben ik goed in
4.1. email schrijven
4.1.1. ik shrijf meestal alleen wat erin moet erin en heb er geen moeite mee
4.2. Gemba
4.2.1. ik vind het sorteren, bewerken en invoeren van gegevens heel leuk en ben er dus ook goed in
4.3. het beluisteren van een bericht en een telefoonnotitie maken
5. waar ben ik minder goed in
5.1. het telefoon alfabet
5.1.1. het is lastig sommige namen te onthouden
5.2. hoe je een antwoord apparaat inspreekt
5.2.1. in vind het nog een beetje schamend
5.3. de aanhef van mensen goed schrijven
5.3.1. dat met hoofdletters raak ik nog in de war
5.4. samenwerken
5.4.1. ik heb liever zelf alles in handen