1. voeding
1.1. volg ritme
1.1.1. onrustige baby's kunnen niet tegen meerdere prikkels tegelijk
1.1.1.1. - tijdens voeding zo min. mogelijk tegen de baby praten
1.1.1.2. - rustige en ontspannen omgeving
1.1.1.3. - bij bezoek => naar een rustige plaats
1.2. prikkelbare baby biet hongerig laten worden.
1.2.1. - voed vaker
1.2.2. - voeden na dutje
1.2.2.1. - creëer je opnieuw rust
1.2.2.2. - een ritme opbouwen
1.3. borstvoeding
1.3.1. - vasthouden => rug rond en benen gebogen.
1.3.2. - prettige houding
1.3.2.1. - zij / rug
1.3.2.2. - liggend voeden
1.4. baby onrustig bij voeding
1.4.1. - voedt hun ingewikkeld of ingebakend
2. osteopathie en babymassage
2.1. osteopathie
2.1.1. - positief effect op huilbaby
2.2. babymassage
2.2.1. - baby houdt van warmte en contact
2.2.2. - leert te reageren op signalen die je kind geeft
2.2.3. - krijgt zelfvertrouwen
2.2.4. - positieve hechtingsband moeder en kind
3. hypoallergene voeding en probiotica
3.1. hypoallergene voeding
3.1.1. - effectieve behandeling huilbaby's
3.1.2. - kan vertering helpen
3.1.3. - gaat om tijdelijke intolerantie
3.1.4. - een echte allergie => moeilijk op te sporen
3.2. probiotica
3.2.1. - hot topic
3.2.2. - positieve wending voor darmen
4. "je mag ouders niet met elkaar vergelijken."
4.1. niet elke ouder heeft zelfde draagkracht.
4.1.1. - om met een huilend kind om te gaan.
4.1.2. - hangt af van moment wanneer dat de baby weent.
4.2. 'vroeger bestond dat allemaal niet"
4.2.1. - jaren 60 => advies : baby laten huilen
4.2.2. - huilbaby => oorzaak: temperament van het kind.
4.2.3. - bevolkingsgroei
4.2.3.1. - premature baby's blijven leven
4.2.3.2. - dysmature baby's blijven leven
4.3. "nu is het aan jou"
4.3.1. - naar de dokter gaan
4.3.2. - elk kind heeft eigen handleiding
5. inleiding
5.1. geboorte
5.1.1. - huilen gezond
5.2. na zes weken
5.2.1. - huilen = medische oorzaak
5.2.2. - uitgroeien = gezond
5.2.2.1. - baby blijft huilen = huilbaby
6. theorie
6.1. waarom huilen baby's
6.1.1. - communicatiemiddel (honger, vermoeidheid, vuile luier,...)
6.1.1.1. - elke boodschap = verschillend huilpatroon
6.1.2. - huilgedrag = rijpingscurve v/d hersenen
6.2. wanneer huilbaby
6.2.1. - na geboorte = huilt baby +/- 1-1.5 uur
6.2.2. - rond 6de week = huilt baby +/- 2-2.5 uur
6.2.2.1. - huilen neemt af
6.2.3. - veelvuldig huilen = eerste 3 maanden
6.2.3.1. - prik rond de leeftijd van 6 weken
6.2.4. - prematuren => relatief meer wenen
6.2.5. - baby's met laag geboortegewicht
6.2.5.1. - veelvuldig huilen
6.2.6. - huilbaby
6.2.6.1. - meer dan 3u/dag (gedurende meer dan 3 dagen / weken, minimaal 3 weken
6.2.6.2. - prikkelbare baby
6.3. niet meer communicatief
6.3.1. - ontstaat verwarring
6.3.1.1. - verkeerd geïnterpreteerd
6.3.1.1.1. - vicieuze cirkel
6.4. symptomen
6.4.1. - slecht slapen
6.4.2. - zich overstrekken
6.4.3. - drink - / zuigproblemen
6.4.4. - krampjes
6.4.5. - voorkeurshouding
6.4.6. - protesthuilen
6.4.7. - haar op 1 plek
6.4.8. - koude handjes/ voetjes
6.4.9. - hoofdpijn en hoofd ergens tegenaan liggen
6.5. oorzaken
6.5.1. - pittig karaktertje of temperament
6.5.2. - psychosociale / familiale situatie
6.5.3. - krampen / reflux
6.5.4. - zwangerschap / bevalling/ premature geboorte
7. praktijk
7.1. huisarts of kinderarts
7.1.1. - verslagen in 1 centraal dossier bundelen
7.1.2. - alert op organische oorzaken
7.1.3. - korte observatie voor info over gedrag
7.1.4. - uitgebreide anamnese
7.1.4.1. -rituelen
7.1.4.2. - borst of fles voeding
7.1.4.3. - start van het kind
7.1.4.4. - genoeg slaap?
7.1.4.5. - wanneer huilt het kind?
7.1.5. - huilkaart
7.1.5.1. - beeld scheppen van huilgedrag
7.1.5.2. - heldere kijk op probleem
7.1.5.3. - hulpmiddel voor de arts
7.2. wat kun je als ouder doen
7.2.1. - inbakeren
7.2.1.1. - eerst medische / lichamelijke oorzaken van onrust uitsluiten.
7.2.1.2. - baby beter slapen => minder huilen
7.2.1.3. - rust bij baby en voor jezelf
7.2.1.4. - deskundige raadplegen voor begeleiding
7.2.2. - rust en regelmaat
7.2.2.1. - creëer rust bij jezelf => rust bij baby
7.2.2.2. - reageer goed op prikkels baby
7.2.2.3. - radeloos? => laat baby even huilen
7.2.3. - slapen
7.2.3.1. - geen mobiel
7.2.3.2. - maak speelplaats
7.2.3.3. - laat baby niet moe worden
7.2.3.4. - baker baby in voor rust