Ik voor een goed gesprek met mijn client

1. Ik gebruik relevante kennis

1.1. Ik luisterde actief

1.2. Ik schudde mijn hoofd

1.3. Ik zei vaak ''ja''

2. Ik ben in het gesprek consequent met mijn uitgangspunten en waardeposities

2.1. De client vertelde zijn verhaal maar ik stelde ook vragen

2.2. De client bepaalt wat hij doet en ik forceerde hem tot niets

3. Ik maak echt en authentiek contact met de client

3.1. Naar het gelang van het gesprek kon je zien dat Jelle wat opender was aan het einde en meer durfde te vertellen

3.2. Ik luisterde onbeoordeeld

3.3. Ik zei vaak dat ik hem begreep

4. Ik zorg dat mijn client zich op zijn gemak voelt

4.1. Ik liet hem binnen

4.2. Ik zei dag

4.3. Ik stelde mezelf voor en wat ik doe

5. Ik geef structuur aan het gesprek

5.1. Ik vatte sommige deeltjes kort samen

5.2. Ik verkende verschillende aspecten

5.3. Ik verkende samen met hem zijn verhaal

6. Ik zet mijn sociale vaardigheden in

6.1. Ik had oog voor het non-verbale gedrag van Jelle

6.2. Mijn non-verbale communicatie maaktte het gesprek beter

6.3. Ik luisterde actief

6.4. Ik stelde vragen die het gesprek vooruit helpten