thema 25 lid zijn van een team

1. voorwaarden voor samenwerking in een team

1.1. gezamelijk doel is duidelijk

1.2. teamleden zijn deskundig en bekwaam

1.3. teamleden hebben een duidelijke functieomschrijving

1.4. de onderlinge verhoudingen zijn functioneel

1.5. teamleden zijn gemotiveerd

2. samenstelling van een team

2.1. symmetrisch: op basis van overeenkomsten

2.2. complementair: op basis van elkaar aanvullen

3. werkstijlen

3.1. dromer: creatief, maar besluiteloos

3.2. denker: theoretisch, ideeen niet altijd bruikbaar

3.3. beslisser: praktisch en soms minder sociaal vaardig

3.4. doener: actief, soms ongeduldig

4. teamrollen

4.1. voorzitter

4.2. vormer

4.3. planter

4.4. waarschuwer

4.5. organisator

4.6. groepswerker

4.7. bronnenonderzoeker

4.8. afmaker

5. voordelen

5.1. ondersteuning door teamgenoten

5.2. pieken in de drukte samen opvangen

5.3. meer deskundigheid

6. nadelen

6.1. samenwerking is kwetsbaar

6.2. beperking van vrijheid op gebied van beleidsontwikkeling

6.3. beperking van individuele vrijheid

6.4. overleg kost veel tijd

7. samenhang in een team

7.1. factoren die samenhang bevorderen

7.1.1. signalen

7.1.1.1. trots

7.1.1.2. solidariteit

7.1.1.3. teamgeest

7.1.1.4. samenwerken

7.1.1.5. onderling vertrouwen

7.2. factoren die samenhang afbreken

7.2.1. vormen subgroepen binnen de groep die elk hun eigen weg willen gaan

7.2.2. ruzies in persoonlijke sfeer

7.2.3. zakelijke onenigheid over de aanpak van iets

7.2.4. groep slaagt er niet in de doelstellingen te halen