1. Wereld leren begrijpen
1.1. 2j. samen spelen
1.1.1. Angsten evolueren
1.1.2. Monsters onder bed -> echt
1.1.3. Rollenspel
1.1.3.1. Sociaal gedrag
1.1.4. Op voorhand situaties uitdenken
1.1.5. Moeilijk onderscheid: werkelijkheid & fantasie
1.1.6. Groot verschil tussen liegen
1.2. Kleutertijd
1.2.1. Verhalen ingewikkelder & situaties complexer
1.2.2. Bekenden elementen vermengen met boeken of filmpjes
1.2.3. Socialisatie: oefent omgangsvormen + hoe de maatschappij verwacht dat we ons gedragen
1.3. Lagere schoolleeftijd
1.3.1. Fantasiespel verdwijnt naar achtergrond
2. Stimuleren van het fantasiespel
2.1. Speel mee
2.1.1. Maak tijd om samen te spelen
2.1.2. Het kind bepaald de lijnen -> jij doet gewillig mee
2.2. Geef het goede voorbeeld
2.2.1. Neem een andere weg naar school
2.2.2. Doe eens iets gek
2.2.2.1. Eten op een ongewone plek
2.2.2.2. Gekke dieren in de wolken zoeken
2.2.2.3. Dansen in de regen
2.2.2.4. Draai je dag om
2.3. Laat je kind vrijuit brabbelen
2.3.1. Goed voor de taalontwikkeling
2.3.1.1. Verbeter je kind niet
2.3.1.2. Antwoord juist + juiste zinsbouw
2.4. Geef de ruimte
2.4.1. Letterlijk: plaats in huis
2.4.2. Figuurlijk: limiteer de fantasie van je kind niet -> vrijuit fantaseren
2.5. Kosteloze materialen
2.5.1. Speelgoed dat vrijheid biedt om te fantaseren
2.5.1.1. Keukentje
2.5.1.2. Werkbank
2.5.1.3. Verkleedkleren
2.5.2. Eenvoudiger & goedkoper
2.5.2.1. Oude lakens -> hut
2.5.2.2. Kussens van de zetel -> kamp
3. Hoe belangrijk is het?
3.1. Ongelofelijk veel mogelijkheden
3.2. Onvoorspelbaar
3.2.1. Anders dan 'echte' leven
3.3. Ontwikkeling
3.3.1. 18 maanden -> imitatiespel
3.3.2. Situaties worden complexer
3.3.3. Geleerd wat objectpermanentie is
3.4. Leert hoe de wereld in elkaar zit
3.5. Oefent taal
3.5.1. Experimenteert met woordenschat
3.5.2. Verwerken van spannende dingen
4. Wat is het?
4.1. Ontdekken van de wereld
4.2. Het 'doen alsof'
4.2.1. Gebeurtenissen van afgelopen dagen