C-Verbindingen

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
C-Verbindingen Door Mind Map: C-Verbindingen

1. Sachariden

1.1. Monosachariden

1.1.1. 1 molecule, 3 tot 6 C-atomen

1.2. Disachariden

1.2.1. 2 monosachariden aan elkaar

1.3. Polysachariden

1.3.1. Groot aantal monosachariden aan elkaar

2. Nucleïnezuren

2.1. Opgebouwd uit nucleotiden

2.1.1. Fosfaatgroep

2.1.2. Base

2.1.3. suiker

2.1.4. Nucleotiden

2.1.4.1. Belangrijke bouwstenen voor DNA en RNA

2.2. 2 soorten nucleïnezuren

2.2.1. DNA

2.2.1.1. Dubbele spiraal

2.2.1.2. 4 basen

2.2.1.2.1. T = thymin

2.2.1.2.2. A = adenine

2.2.1.2.3. G = guanine

2.2.1.2.4. C = cytosine

2.2.2. RNA

2.2.2.1. 1 streng

2.2.2.2. 4 basen

2.2.2.2.1. U = uracil

2.2.2.2.2. A = adenine

2.2.2.2.3. G = guanine

2.2.2.2.4. C = cytosine

3. Eiwitten

3.1. Opgebouwd uit aminozuren = AZ

3.1.1. Binding tussen twee AZ=Peptidebrug

3.2. Eiwitten hebben een zeer ingewikkelde structuur

3.2.1. Primaire Structuur

3.2.1.1. opeenvolgingvan de AZ

3.2.2. Secundaire Structuur

3.2.2.1. Waterstofbruggentussenzuurgroepen aminegroep

3.2.2.2. Ketting van AZ zich opvouwen tot vouw blad of spiraal

3.2.3. Tertiaire Structuur

3.2.3.1. complexe 3-dimensionele structuur

3.2.3.2. Als gevolg van nog meer interacties tussen moleculen

3.2.4. Quaternaire Structuur

3.2.4.1. Sommige eiwitten bestaan uit samenvoegen van verschillende tertiaire structuren

3.3. Functie

3.3.1. Eiwitten zorgen voor transport van stoffen

3.3.1.1. Via bloed

3.3.1.2. In en uit de cel

3.3.1.3. In de cel

3.3.2. Eiwitten sturen en regelen processen als hormoon

3.3.3. Eiwitten katalyseren chemische reacties als enzym

3.3.3.1. Vb. Lactase: afbraak van lactose

3.3.4. Eiwitten geven structuur

3.3.4.1. Aan weefsels

3.3.4.2. Aan cellen

3.3.5. Eiwitten zijn verantwoordelijk voor beweging

3.3.5.1. Vb. spiercellen door actine en myosine

3.3.5.2. zaadcellen

3.3.6. Eiwitten verdedigen ons

3.3.6.1. antistoffen tegen antigenen

3.3.6.2. Fibrinogeen speelt rol bij bloedstolling

4. Vetten/Lipiden

4.1. Triglyceriden

4.1.1. Energieopslag

4.1.2. Warmte-isolatie: in onderhuids vet

4.1.3. Bescherming: in visceraal vet

4.1.4. Waterafstoting

4.2. Fosfolipiden

4.2.1. Opbouw membranen

4.2.1.1. Van organellen

4.2.1.2. Van cellen

4.3. Steroïden

4.3.1. Opgebouwd uit 4 koolstofringen

4.3.2. Cholesterol

4.3.2.1. Belangrijk onderdeel membranen

4.3.2.2. Basis voor aanmaak van andere steroïden