1. Erosie
1.1. Hellingsprocessen
1.1.1. Massabewegingen
1.1.1.1. Afstorten
1.1.1.2. Verglijden
1.1.1.3. Vloeien
1.2. Afspoelen v. losse bodemdeeltjes
1.2.1. Spaterosie
1.2.2. Oppervlakkig afspoelen
1.3. Riviererosie
1.3.1. Resultaten:
1.3.1.1. Kloofdal
1.3.1.2. V-dal
1.3.1.3. Boogdal
1.3.1.4. Vlakbodemdal
1.3.1.5. Vlakdal
1.4. Ijserosie
1.4.1. Sneeuw wordt ijs
1.4.2. Ijs komt in beweging
1.4.3. Transport en afzetting door gletsjers
1.5. Winderosie
1.5.1. Rechtstreeks
1.5.2. Onrechtstreeks
1.5.3. Opname v. losse deeltjes
1.5.4. Transport v. opgewaaid materiaal
1.5.5. Selectieve afzetting
2. Verwering
2.1. Fysische verwering
2.2. Chemische
2.3. Biologische
2.4. Combinatie van bovenstaande
3. Bodemvorming
3.1. Verschillende bodemtypes
3.2. Bodemsamenstelling
3.2.1. Lucht
3.2.2. Water
3.2.3. Mineraal
3.2.4. Organisch materiaal
3.3. Verandering v. bodemsamenstelling
4. Ijstijden
4.1. Wat?
4.1.1. Perioden in verleden
4.1.2. Veel kouder dan nu
4.1.3. Treden regelmatig op
4.1.4. Raadsel
4.2. Waarom?
4.2.1. 3 cycli
4.2.1.1. Excentriciteit baan aarde
4.2.1.2. Schommeling stand aardas (t.o.v. ellips)
4.2.1.3. Schommeling aardas (t.o.v. ruimte)
4.2.2. Ligging v. continenten
4.3. Laatste ijstijd
4.3.1. Stadialen
4.3.2. Interstadialen
4.4. Opwarming geeft kou
4.5. Lage landen
4.5.1. Landschap beïnvloed door voorlaatste ijstijd
4.6. Mensen
4.6.1. Kunst
4.6.2. Verdwijning neanderthalers