1. Subjectieve ervaring
2. Weiss: discrepantie tussen gewenste en actuele relaties
2.1. Eenzaamheid als het ervaren van een sociaal tekort
2.1.1. Tekort aan gewenste relaties
2.1.1.1. Nadenken over interacties die ze mislopen
2.1.1.2. Geen vrienden hebben/geen deel van een groep zijn
2.1.2. Moeilijkheden om verbinding te maken met anderen
2.1.2.1. Moeite om relaties aan te gaan
2.1.2.2. Tijd weg van anderen spenderen
2.1.3. Gebrek aan ondersteuning
2.1.3.1. Uitgesloten worden
2.1.3.2. Conflict met diegene rondom hen
2.1.3.3. Niemand om om te steunen
2.1.3.4. Geen/weinig familie hebben
3. Alleen zijn vs. eenzaamheid
3.1. Moeilijk om het verschil te zien voor vele participanten
3.2. Nog niet in diepgang over eenzaamheid nagedacht op deze leeftijden
4. Tijdelijk vs. chronisch
4.1. Tijdelijke ervaring
4.1.1. Situationele veranderingen
4.1.2. Conflict met de context
4.2. Ontwikkelt met je leeftijd
5. Context
5.1. School
5.1.1. Relaties met peers
5.1.2. Gebrek aan mogelijkheden om in te voegen in activiteiten
5.1.3. Gepest worden
5.2. Thuis
5.2.1. Conflict op school - comfortabel thuis
5.2.2. Trigger voor eenzaamheid
6. Gender
6.1. Hetzelfde: ervaren/voelen
6.2. Verschillend: omgang
7. Onaangename ervaring
8. Prototype/componenten
8.1. Cognitief
8.1.1. Negatief denken over zichzelf
8.1.1.1. Eigen gedrag veroorzaakt moeilijkheden
8.1.1.2. Zichzelf de schuld geven
8.1.1.3. Nadenken over hoe de toekomst eruit zou zien
8.1.2. Negatief denken over anderen
8.1.2.1. Anderen de schuld geven
8.1.2.2. Gevoelens (boosheid & jaloezie) tav peers
8.2. Gedrag
8.2.1. Graag alleen zijn
8.2.2. Gezelschap zoeken
8.3. Affectief
8.3.1. Negatieve emoties
8.3.1.1. Verdrietig & droevig
9. Types eenzaamheid
9.1. Emotionele eenzaamheid
9.1.1. Gevoelens opkroppen
9.1.2. Gevoelens: ander soort droevig zijn, ongelukkig, boos, onzeker zijn,..
9.1.2.1. Niemand kunnen vertrouwen (angst)
9.1.3. Nog steeds naar vrienden gaan maar niets zeggen (nog steeds kunnen spelen)
9.1.4. Geen goede band hebben met iemand/niemand begrijpt je
9.1.5. Participanten die dit niet ervaren:
9.1.5.1. Blij zijn want nooit geheimen vertellen
9.2. Sociale eenzaamheid
9.2.1. Gevoelens: ander soort droevig zijn, boos, niet leuk vinden,...
9.2.2. Minder vrienden hebben
9.2.3. Gevoel buiten gesloten te worden
9.2.3.1. Wilt wel spelen met anderen maar mag niet
9.3. Gemeenschappelijk
9.3.1. Met iemand praten
9.3.2. Geen vrienden hebben