1. Actieve betrokkenheid
1.1. Stimuleer actieve betrokkenheid door:
1.1.1. hands-on activiteiten
1.1.2. samenwerken
1.1.3. verantwoordelijkheid
1.1.4. eigen leerdoelen stellen
2. Betekenisvolle activiteiten
2.1. culturele identiteit
2.1.1. authentieke context: debat, krant, project
3. Nieuwe informatie ophangen aan bestaande kennis
3.1. Voorkennis activeren
3.1.1. voorafgaand aan de les
3.1.2. dient gedetailleerd te zijn
3.1.3. leerlingen bereiden thuis voor
3.1.4. verbanden leggen tussen voorkennis en nieuwe kennis
3.1.5. feedback
4. Wees strategisch
4.1. Hoe meer strategieën leerlingen kunnen toepassen hoe succesvoller ze zijn
4.1.1. sleutelvragen
5. Begrip is belangrijker dan onthouden
5.1. Begrip aanleren
5.1.1. leg uit in je eigen woorden
5.1.2. voorbeelden laten zien
5.1.3. maak het steeds iets moeilijker
5.1.4. analogie ontdekken
5.1.5. algemene principes genereren vanuit specifieke casussen
6. Neem tijd om te oefenen
6.1. Besteed meer tijd aan leertaken
6.1.1. leren ín de klas
6.1.2. consistentie
6.1.3. beter één onderwerp uitvoerig dan meer onderwerpen oppervlakkig
6.1.4. boekpromotie -> leesbevordering
6.1.5. ouderparticipatie
7. Sociale participatie
7.1. Vygotsky: zone van de naaste ontwikkeling
7.1.1. docent wordt coach
7.1.2. online werkomgeving
7.1.3. modeling
7.1.4. interactie en discussie
7.1.5. betekenisvolle situaties
8. Zelfregulatie en reflectie
8.1. Eigen leerproces reguleren
8.1.1. plannen en bespreken hoe je problemen oplost
8.1.2. evalueren
8.1.3. controleren van begrip en stellen van vragen
8.1.4. ontwikkelen van zelfbeeld
8.1.5. eigen leerdoelen
8.1.6. effectieve leerstrategieën aanbieden
9. Help leerlingen om transfer te leggen
9.1. "Wat heb ik eraan als ik later bij de bakker sta."
9.1.1. inhoud moet goed beheerst worden
9.1.2. betekenisvolle situaties
9.1.3. vakoverstijgend
9.1.4. monitoren en feedback
9.1.5. focus op begrip
10. Creëer gemotiveerde leerlingen
10.1. intrinsieke en extrinsieke motivatie
10.1.1. aandacht en waardering
10.1.2. interne attributie (je hebt goede ideeën)
10.1.3. feedback op inspanning
10.1.4. geloof in jezelf
10.1.5. realistische doelen stellen
10.1.6. heterogene groepjes maken
10.1.7. coöperatief leren/samenwerken
10.1.8. maak leerlingen nieuwsgierig