Reizen

1. het weer

1.1. zon

2. het vervoer

2.1. het vliegtuig

2.2. de fiets

2.3. de auto

2.4. de trein

3. de vakantie

3.1. met het gezin/met de familie

4. de accomodatie

4.1. het hotel

4.2. de caravan

4.3. het vakantiehuis

5. het eten (vooral lekker eten)

5.1. de pannenkoeken

5.2. de frietjes

6. de locatie

6.1. het buitenland/de andere landen

6.2. het pretpark

6.2.1. de efteling

6.2.1.1. in Kkaatsheuvel - Brabant

6.2.2. Mazakaland

6.2.2.1. in Turkije

6.3. het strand

6.4. de bergen

6.5. de dierentuin

6.6. de spa/warmwaterbron/thermaal water

7. de activiteiten

7.1. zwemmen

7.2. de wintersport

7.3. het museum

7.4. de dierentuin

7.5. het strand

8. gevoel

8.1. blij/vrolijk

8.2. plezier

8.3. ontspanning/ik voel me ontspannen

8.4. Ik vergeet de tijd.

8.5. rustig/uitrusten