1. Rechtregels
1.1. Formeel recht
1.1.1. Procesrecht
1.1.1.1. Arbeidsprocesrecht
1.1.1.2. Strafprocesrecht
1.1.1.3. Bestuursprocesrecht
1.2. Materieel recht
1.2.1. Rechten en plichten
1.2.1.1. Arbeidsrecht
1.2.1.2. Strafrecht
1.2.1.3. Bestuursrecht
1.3. Doel
1.3.1. Menselijke gedragingen te ordenen en te uniformen
1.3.1.1. Vaststellen van voorschriften
1.3.1.2. Bevoegdheden en verplichtingen
1.3.1.2.1. Gebod en verbod
1.3.2. Rechtvaardige en gelijke samenleving
1.3.2.1. Handhaving van regels
2. Publiekrecht
2.1. De rechtsverhoudingen tussen Staat en Individu
2.1.1. Staatsrecht
2.1.2. Bestuursrecht
2.1.2.1. Materieel
2.1.2.1.1. Bestuursrecht
2.1.2.2. Formeel
2.1.2.2.1. Bestuursprocesrecht
2.1.3. Strafrecht
2.1.3.1. Materieel
2.1.3.1.1. Strafrecht
2.1.3.2. Formeel
2.1.3.2.1. Strafprocesrecht
2.1.4. Volkenrecht
3. Privaatrecht
3.1. De rechtsverhoudingen tussen individuen onderling
3.1.1. Materieel
3.1.1.1. Privaatrecht
3.1.1.1.1. Personen- en familierecht
3.1.1.1.2. Rechtspersonenrecht
3.1.1.1.3. Vermogensrecht
3.1.2. Formeel
3.1.2.1. Burgerlijk procesrecht
4. Rechtsactiviteiten P1.8
4.1. Ik ontbijt en ik maak me klaar voor school.
4.1.1. Je hebt een koopovereenkomst gesloten met de supermarkt waardoor het eten jouw eigendom is
4.1.1.1. Privaatrecht
4.1.1.1.1. Artikel 7:1 BW. Artikel 5:1 BW.
4.2. Ik vertrek vanuit huis naar school
4.2.1. Je hebt recht op onderwijs
4.2.1.1. Publiekrecht (Onderwijsrecht)
4.2.1.1.1. Artikel 23 Grondwet
4.3. Ik kom op school
4.3.1. Je hebt recht op studiefinanciering
4.3.1.1. Publiekrecht (Bestuursrecht)
4.3.1.1.1. Artikel 3.1 Wet studiefinanciering 2000
4.4. Ik begin aan mijn dienst
4.4.1. Je hebt een arbeidsovereenkomst gesloten met de supermarkt
4.4.1.1. Privaatrecht (Arbeidsrecht)
4.4.1.1.1. Artikel 7:610 BW
4.5. Als het weekend is kijk ik mijn favoriete Netflix-serie Lucifer
4.5.1. In de serie worden moorden opgelost. Moord plegen is verboden volgens de wet en wordt hard gestraft
4.5.1.1. Publiekrecht (Strafrecht)
4.5.1.1.1. Artikel 289 Wetboek van Sr.
5. Rechtssubjecten
5.1. Zelfstandige dragers van rechten en plichten
5.1.1. Nationale recht
5.1.1.1. Natuurlijke personen
5.1.1.2. Rechtspersonen
5.1.2. Internationaal recht
5.1.2.1. Rechtspersoonlijkheid
5.1.2.2. Internationale rechtsverkeer
5.1.2.2.1. Internationale misdrijven
5.1.2.3. Internationale organisaties
5.1.2.3.1. Europese Unie (EU)
5.1.2.3.2. De Verenigde Naties (VN)
6. Rechtbronnen
6.1. Objectief recht
6.1.1. Natuurrecht
6.1.1.1. De gewoonte
6.1.1.2. Verdragen
6.1.1.2.1. Schriftelijke, bindende regeling
6.1.1.2.2. Tussen staten onderling
6.1.1.2.3. Tussen staten en volkenrechtelijke organisaties
6.1.1.2.4. Verdragsbepalingen
6.2. Subjectief recht
6.3. De wet
6.3.1. De jurisprudentie
6.3.2. De gewoonte
6.3.3. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties
6.4. De rechtspraak
6.4.1. De jurisprudentie
6.4.1.1. ECLI:NL:RBMID:2011:BR7088
6.4.1.1.1. Artikel 287 Wetboek van Strafrecht
6.4.1.1.2. Artikel 350 Wetboek van Strafrecht
6.4.1.1.3. Artikel 300 Wetboek van Strafrecht
7. Rechtsgebieden
7.1. Nationaal recht
7.1.1. Soevereiniteit
7.1.2. Nederlands recht
7.1.2.1. Monistisch systeem
7.2. Internationaal & Europees recht
7.2.1. Volkenrecht
7.2.1.1. Verdragen
7.2.1.1.1. EVRM
7.2.1.2. Besluiten van volkenrechtelijke organisaties
7.2.1.3. Gewoonterecht
7.2.2. Raad van Europa
7.2.3. Europees Unie
7.2.3.1. Europees Unierecht
7.3. Staatsrecht
7.3.1. De organisatie van de Staat
7.3.1.1. Zijn organen en de bevoegdheden ervan
7.3.2. Wettelijk fundament
7.3.2.1. Grondwet
7.3.2.1.1. Artikel 1
7.3.2.1.2. Vrijheidsrechten
7.3.2.1.3. Politieke rechten
7.3.2.1.4. Sociale grondrechten
7.3.2.1.5. Staatsorganen
7.3.3. Staat
7.3.3.1. Criteria
7.3.3.1.1. Territoir of grondgebied
7.3.3.1.2. Bevolking
7.3.3.1.3. Een regering oefent er effectief het hoogste gezag uit: soevereiniteit
7.3.3.1.4. Erkenning door andere staten
7.3.3.2. Totstandkoming
7.3.3.2.1. Twee of meer bestaande staten samenvoegen
7.3.3.2.2. Een nieuwe entiteit scheidt zich af van het grondgebied van een al bestaande staat
7.3.3.2.3. Ontbinding van bestaande staten
7.3.3.3. Recht
7.3.3.3.1. Vreedzame co-existentie
7.3.3.3.2. Onafhankelijkheid
7.3.3.3.3. Gelijkwaardigheid
7.4. Bestuursrecht
7.4.1. Verhouding tussen overheid en burger centraal
7.4.2. Beschikking
7.4.3. Bestuursorganen
7.5. Strafrecht
7.5.1. Wetboek van Strafrecht
7.5.1.1. Strafbare feiten/gedragingen
7.5.1.1.1. Natuurlijke personen
7.5.1.1.2. Rechtspersonen
7.5.1.2. Straffen voor het plegen van strafbare feiten
7.5.1.2.1. Gevangenisstraf
7.5.1.2.2. Hechtenis
7.5.1.2.3. De taakstraf
7.5.1.2.4. Geldboete
7.5.1.3. Dader
7.5.2. Wetboek van Strafvordering
7.5.2.1. Strafprocesrecht
7.5.2.1.1. Voorschriften omtrent gang van zaken bij:
7.6. Het burgerlijk recht
7.6.1. Het Burgerlijk Wetboek (BW)
7.6.2. Personen- en familierecht
7.6.2.1. Persoonlijke betrekking binnen/buiten gezin
7.6.2.1.1. Nationaliteit
7.6.2.1.2. Recht op naam
7.6.2.1.3. Afstamming
7.6.2.1.4. Huwelijk
7.6.2.1.5. Ouderlijk gezag
7.6.2.1.6. Voogdij
7.6.2.1.7. Minderjarigheid
7.6.2.1.8. Erfenis
7.6.3. Rechtspersonenrecht
7.6.3.1. Een rechtspersoon is een juridische samenwerkingsvorm die zelfstandig kan deelnemen aan het rechtsverkeer
7.6.3.1.1. Een vereniging
7.6.3.1.2. Een stichting
7.6.3.1.3. Een besloten vennootschap
7.6.3.1.4. Ondernemingen
7.6.3.1.5. Overheidsinstellingen
7.6.4. Vermogensrecht
7.6.4.1. Geheel van regels over vermogen van een persoon
7.6.4.1.1. Vermogen is optelsom over rechten en verplichtingen van een persoon die op geld waardeerbaar zijn en in beginsel ook overdraagbaar zijn
7.6.5. Goederenrecht
7.6.6. Verbintenissenrecht
7.6.7. Erfrecht
7.6.8. Huurrecht
7.6.9. Auteursrecht
7.6.10. Beslagrecht
7.6.11. Faillissementsrecht
7.7. Het arbeidsrecht
7.7.1. Geheel van rechtsregels met betrekking tot arbeidsverhouding van personen die in loondienst werkzaam zijn
7.7.1.1. Arbeidsovereenkomst
7.7.1.2. Arbeidsomstandigheden
7.7.1.3. Collectief overleg
7.7.1.4. De collectieve arbeidsovereenkomst
7.7.1.5. Staking
7.7.1.6. Medezeggenschap
7.7.2. Collectief arbeidsrecht
7.7.2.1. Rechtpositie groepen werkgevers en werknemers in sociaal overleg
7.7.2.2. Recht van ambtenaren en werknemers om zich in vakverenigingen te organiseren
7.7.2.2.1. Om bij arbeidsconflict een staking uit te roepen
7.8. Het sociale zekerheidsrecht
7.8.1. Sociale voorzieningen
8. Rechtsindelingen
8.1. Klassieke indelingen
8.1.1. Positieve recht
8.1.2. Burgerlijk recht
8.2. Andere indeling
8.2.1. Samenhangende facetten van het maatschappelijk leven
8.2.1.1. Agrarisch recht
8.2.1.2. Economisch recht
8.2.1.3. Jeugdrecht
8.2.1.4. Luchtrecht
8.2.1.5. Zeerecht
8.2.1.6. Milieurecht
8.3. Geschreven en ongeschreven recht
8.3.1. Wetten en verdragen
8.3.2. Gewoonterecht
8.3.2.1. Rechtspraak
8.3.2.2. Jurisprudentie
9. Rechtsquiz P1.9
9.1. Mensenrechten
9.1.1. Taliban draaien tal van verworvenheden op het gebied van mensenrechten terug
9.1.1.1. Internationale recht.
9.1.1.1.1. De mensenrechten van zowel mannen als vrouwen en activisten worden geschonden. Ze worden gediscrimineerd en mishandeld.
9.2. Invloed digitalisering/technologie recht
9.2.1. Prinsjesdag: Investeringen noodzakelijk voor digitalisering rechtspraak | Dutch IT-channel
9.2.1.1. Strafrecht
9.2.1.1.1. De overheid wilt meer investeren in digitalisering van rechtspraak wat uiteindelijk beter voor het recht zal zijn. Databankenwet.
9.3. Privacy
9.3.1. Consumentenbond sleept Tiktok voor de rechter om privacy
9.3.1.1. Strafrecht
9.3.1.1.1. De privacy van miljoenen gebruikers van Tiktok worden geschonden en belangrijke gegevens werden gelekt.
9.4. Duurzame samenleving
9.4.1. De duurzame plannen van Amsterdam komen als geroepen
9.4.1.1. Bestuursrecht
9.4.1.1.1. Het bestuur van Amsterdam wilt duurzame maatregelen nemen in de stad.