Persoonlijke praktijktheorie

1. Lagen van persoonlijkheid (Korthagen)

1.1. Omgeving

1.2. Gedrag

1.3. Bekwaamheden

1.4. Overtuigingen

1.5. Identiteit

1.6. Betrokkenheid

2. Modellen / interventies (v.d. Ploeg)

2.1. Psychodynamisch model

2.2. Gedragsmodel

2.3. Humanistisch model

2.4. Ecologisch model

2.5. Stress-model

2.6. Meervoudig risicomodel

3. Onderzoekende houding

3.1. Thinking out of the box

3.2. Open houding

3.3. Vragen stellen

3.4. Nieuwsgierig zijn

4. Competenties

4.1. Interpersoonlijk

4.2. Pedagogisch

4.3. Inhoudelijk/didactisch

4.4. Organisatorisch

4.5. Competent in het samenwerken met collega's

4.6. Competent in het samenwerking met de omgeving

4.7. Competent in reflectie/ontwikkeling

5. Kernreflectie / kernkwaliteiten (Korthagen)

5.1. Ervaring/problematische situatie

5.2. Bewustwording doeltoestand/beperkingen

5.3. Bewustwording kernkwaliteiten

5.3.1. Creativiteit

5.3.2. Scherpzinnigheid

5.3.3. Vertrouwen

5.3.4. Moed

5.3.5. Gevoeligheid

5.3.6. Onbevangenheid

5.3.7. Daadkracht

5.3.8. Spontaniteit

5.3.9. Betrokkenheid

5.3.10. Flexibiliteit

5.4. Actualisatie van kernkwaliteiten

5.5. Experimenteren met nieuw gedrag

6. Reflecteren (Korthagen, spiraalmodel)

6.1. Handelen/ervaring

6.2. Terugblikken

6.3. Bewustwording essentiële aspecten

6.4. Alternatieven ontwikkelen+kiezen

6.5. Uitproberen

7. Kenmerken goede leerkracht

7.1. Goede communicatie

7.2. Humor

7.3. Persoonlijk naar leerlingen

7.4. Respect tonen

7.5. Enthousiasme

7.6. Goed kunnen luisteren /reageren

7.7. Inspiratie voor leerlingen

7.8. Passie voor het vak

7.9. Kennis van het vak

7.10. Klassenmanagement organiseren

7.11. Empathie

7.12. Vriendelijk

7.13. Geloof in het 'kunnen' van de kinderen

7.14. Kinderen willen helpen

8. Opvoeding

8.1. Waarden/normen

8.2. Religie

8.3. Gezinssituatie