1. Personages
1.1. Joop Koopman (round character)
1.1.1. gescheiden
1.1.2. 47 jaar
1.1.3. overleden dochter: Mirjam
1.1.4. Naïef
1.1.5. schrijver
1.2. Mirjam Koopman (flat character)
1.2.1. verongelukt op 17de verjaardag
1.2.2. aanleiding van alles wat Joop doet na haar dood
1.2.3. mooi, populair meisje met veel vrienden
1.3. Ellen (flat character)
1.3.1. Joop's ex-vrouw
1.3.2. moeder van Mirjam
1.3.3. ging terug naar Nederland na scheiding
1.3.4. klerenontwerpster voor films
1.4. Philip (flat character)
1.4.1. oude, Joodse vriend van Joop uit Nederland
1.4.2. woonde in Den Bosch
1.4.3. ging met Joop naar school
1.4.4. werkt voor Mossad en heeft een undercoverpersoon nodig
1.4.5. zegt niet wat hij voelt
1.5. Errol (flat character)
1.5.1. ookwel Godzilla genoemt
1.5.2. ex-karatekampioen
1.5.3. had eerst een gym
1.5.4. staat voor rest van leven klaar voor Joop
1.5.5. reed motor waardoor Joop's dochter stierf
1.6. Omar van Lieshout (round character)
1.6.1. ontmoet Joop in restaurant
1.6.2. heeft gewelddadig leven in NL gehad
1.6.3. Marokkaanse vader en Nederlandse moeder
1.6.4. haatte vader tot zijn 20ste, opgezocht en andere kant van hem gezien. Bekeert zich tot de Islam
1.6.5. Wordt vriend van Joop terwijl hij misschien een terrorist is
1.7. Linda (flat character)
1.7.1. achternicht van Joop
1.7.2. 48 jaar, ziet er jong uit
1.7.3. vroeger seksuele relatie met Joop gehad
1.7.4. manipuleert Joop zodat ze een paar miljoen kan ontfutselen
2. Tijd
2.1. Verteltijd
2.1.1. 371 bladzijdes
2.2. Vertelde tijd
2.2.1. ongeveer een half jaar vanaf de dag dat Mirjam stierf
3. Perspectief
3.1. je leest wat de persoon, in dit geval Joop, meemaakt. Geschreven in de hij/zij vorm.
4. Ruimte
4.1. Los Angeles
4.2. Joop's huis
4.3. Restaurants
4.4. Philip's appartement
4.5. Parkeerplaats bij de voormalige gym van God
4.6. Ziekenhuis
4.7. San Francisco
5. Symbolen
5.1. 22 December
5.1.1. Geboorte en sterfte datum van Mirjam
5.2. Geloof
5.2.1. moeder joods
5.2.2. hij is joods
5.2.3. God wordt joods
5.2.4. Omar is Moslim
5.3. Gods gym
5.3.1. Stelt het leven voor. Je werkt ervoor, maar zodra je even niet oplet ben je weer terug bij af. Je kunt falen, maar het leven gaat gewoon door.