Hoe maak ik een werkstuk?

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Hoe maak ik een werkstuk? Door Mind Map: Hoe maak ik  een werkstuk?

1. Stap 1 Kies onderwerp

1.1. Ons onderwerp is een provincie, gemeente of stad in Nederland of België waar jij een binding mee hebt.

2. Stap 2 Maak een woordweb

2.1. Maak een woordweb van woorden waar je allemaal aan kunt denken.

2.2. Orden je woorden in groepjes en bedenk per groepje een vraag.

2.3. Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom, Welk, Hoe

3. Stap 3 Hoofdstukken Logische volgorde

3.1. Elke vraag wordt een hoofdstuk van je werkstuk. Probeer 4 of 5 hoofdstukken te maken.

3.2. Eén hoofdstuk per pagina maar meer mag ook.

3.3. Maak een logische volgorde van je hoofdstukken.

4. Stap 4 Informatie zoeken Schrijven

4.1. Zoek informatie zodat je zelf antwoord kan geven op jouw vragen/hoofdstukken.

4.2. Maak gebruik van verschillende bronnen: boeken, tijdschriften, afbeeldingen, internet, Wikipedia of een andere encyclopedie op internet of interview mensen die daar wonen zoals je opa, oma, tante, oom, vriendjes enz.

4.3. Schrijf de informatie op in eigen woorden en let op je spelling.

5. Stap 5 Extra hoofdstukken

5.1. inhoudsopgave: dit is een aparte bladzijde met de inhoud/hoofdstukken van je werkstuk.

5.1.1. Let op! De inhoudsopgave maak je als allerlaatste. Leg alles op volgorde, nummer de bladzijdes en schrijf achter elke hoofdstuktitel het goede paginanummer. Zet linksonder op de pagina de datum

5.2. inleiding : hierin beschrijf je waarom je het onderwerp hebt gekozen en wat je in het werkstuk gaat bespreken.

5.2.1. Let op! De inleiding kan je pas schrijven als je klaar bent met het schrijven van de hoofdstukken van je werkstuk, omdat je dan pas weet wat je precies in je werkstuk besproken hebt.

5.3. terugblik: hierin beschrijf je wat je allemaal hebt gedaan om het werkstuk te maken. Of het moeilijk of makkelijk was, en waarom dat zo was. Je beschrijft hier ook of je het leuk vond om te doen en waarom.

5.4. bronnen: hier beschrijf je waar jij je informatie vandaan hebt gehaald. Je noemt titels en schrijvers van boeken, tijdschriften, namen van websites, namen van tv programma’s, enz.

6. Stap 6 Hoe moet je werkstuk eruit zien? Lay out

6.1. Lettertype: kies een lettertype dat prettig leest voor de lezer, bijvoorbeeld Arial, Comic Sans of Tahoma, grootte 12.

6.2. Illustraties: Zorg voor enkele plaatjes/tekeningen die goed bij je werkstuk passen. Tip: bij elk hoofdstuk ten minste één illustratie.

6.3. Voorblad: Maak een mooi voorblad, waarop staat - hoe je werkstuk heet (grote letters) - je naam