1. Mondeling
1.1. Publiek, doel, strategie
1.1.1. Doelgroep
1.1.2. Toenadering
1.1.3. Onderwerp
1.2. Spreekschema
1.3. Opening
1.3.1. Aandacht trekken
1.3.2. Voorstellen
1.3.3. Doel aangeven
1.3.4. Overige informatie
1.4. Kern
1.4.1. Aandacht houden
1.4.2. Belangrijke informatie
1.5. Afsluiting
1.5.1. Aankondigen afsluiting
1.5.2. Samenvatting
1.5.3. Conclusies
1.5.4. Uitsmijter
1.6. Hulpmiddelen
1.6.1. Powerpoint
1.6.2. Prezi
1.6.3. Pecha Kucha
1.6.4. Smartboard
1.6.5. Flipboard
1.6.6. Foto/videoraportage
2. De vier V's
2.1. Voorbereiding
2.1.1. Context
2.1.2. Publiek
2.1.3. Onderwerp
2.1.4. Doel
2.1.5. Voorwaarden
2.2. Vaste structuur
2.2.1. Kop
2.2.2. Romp
2.2.3. Staart
2.3. Vormgeving
2.3.1. 7x7 regel
2.3.2. Ondersteunend materiaal
2.3.3. Één stijl
2.4. Vaardigheden
2.4.1. Houding
2.4.2. Verbaal
2.4.3. Non-verbaal
2.4.4. Kleding
2.4.5. Stem
2.4.5.1. Intonatie
2.4.5.2. Pauzes
3. Soorten
3.1. Beleidspresentatie
3.1.1. Aandacht trekken (serieus)
3.1.2. Overtuigend praten
3.1.3. Doel uitleggen
3.1.4. Enthousiast afsluiten
3.2. Bedrijfspresentatie
3.2.1. Gezag tonen (aandacht)
3.2.2. Doel
3.2.3. Hoe gaan we dit bereiken
3.2.4. Afsluiting
3.3. Gelegenheidspresentatie
3.3.1. Improvisatie
3.3.2. Reden
3.3.3. Ludiek verhaal
3.3.4. Grappige afsluiting
3.4. Onderzoekspresentatie
3.4.1. Doel
3.4.2. Onderzoek
3.4.3. Uitkomst
3.4.4. Conclusies
3.5. Productpresentatie
3.5.1. Aandacht trekken
3.5.2. Doel (Product)
3.5.3. Uitleg product
3.5.3.1. Waarom goed product?
3.5.3.2. Hoe gaan we het maken?
3.5.3.3. Financiering
3.5.4. Beeldmateriaal
3.5.5. Afsluiting