1. Ervaring
1.1. Perceptie
1.1.1. Verwachting
1.1.1.1. Uiterlijk
1.1.1.2. Gebouw
1.2. Verassing
1.3. Vergelijking
1.3.1. met vroeger
1.3.2. met ander land
1.3.3. andere perceptie
1.3.3.1. Handicaps
1.4. Zintuigen
1.4.1. Voelen
1.4.1.1. wrijving
1.4.1.1.1. Deur openen
1.4.2. horen
1.4.2.1. Water
1.4.2.1.1. Druppels
1.4.3. Proefen
1.4.4. zien
2. Omgeving
2.1. Mensen
2.1.1. Bezoekers
2.1.2. Werknemers
2.1.3. Eigenaren
3. Space
3.1. Afstand
3.2. Gebouw
3.3. binnen
3.3.1. Kerk
3.3.2. voetbalstadion
3.3.3. Fort
3.3.4. laboratorium
3.3.5. HKU
3.3.6. Grachtenpand
3.3.7. Zwembad
3.3.8. ov
3.3.8.1. Bus
3.3.8.2. Trein
3.3.8.3. Vliegveld
3.3.8.3.1. Vliegtuig
3.3.9. Restaurant
3.3.10. Sauna
3.3.11. Evenement hallen
3.3.11.1. Concerten
3.3.11.2. Conferenties
3.3.12. Musea
3.3.13. WC
3.3.14. Fabriek
3.3.14.1. Industrie
3.3.15. Pretpark
3.3.15.1. Draaiend huis
3.3.15.1.1. Tilburg
3.3.16. Winkelcentra
3.3.17. Uitgaan
3.3.17.1. Bar
3.3.17.2. disco
3.3.18. Bioscoop
3.4. buiten
3.4.1. bos
3.4.2. Grachten
3.4.3. plein
3.4.4. skatebaan
3.4.4.1. Zwembad
3.4.4.1.1. Simulatie met licht
3.4.5. Fietsenstalling
3.4.6. Water
3.4.6.1. Meer
3.4.6.2. Zee
3.4.6.2.1. Strand
3.4.7. Speeltuin
3.4.8. Drive through
3.4.8.1. Mac
3.4.9. Paden
3.4.9.1. Bruggen
3.4.9.1.1. Onder de brug
3.4.9.2. straat
3.4.9.3. Steegje
3.4.10. Trein station
3.4.11. Weilanden
3.4.11.1. Molens
3.4.11.1.1. Graan
3.4.11.1.2. water
3.4.11.1.3. elektriciteit
3.4.11.2. Dijken
3.4.12. Stranden
3.4.13. Kinderboerderij