Het verhaal van het kind
Door Willemijn Tibbert
1. Filosoof Jean-Jacques Rousseau gaat ervan uit dat de mens van nature goed is. Hij stelt een opvoeding voor volgens en door de natuur.
2. De rijping van het centraal zenuwstelsel is de derde factor die van invloed is op de ontwikkeling van het kind.
2.1. Het centraal zenuwstelsel ontvangt berichten uit de buitenwereld via de zintuigen en stuurt die samen met berichten uit het lichaam naar de hersenen.
3. De hersenen groeien de eerste jaren erg snel. Bij de geboorte bezit het kind 25% van de later volgroeide hersenmassa. De groei van de hersenen is voor een deel genetisch bepaald. Verder wordt het beïnvloedt door factoren als zintuiglijke stimulering, beweging, voeding, milieu, geneesmiddelen en giftige stoffen.
3.1. De hersenen van tieners zijn pas in staat om complexe sociale situaties goed in te schatten.
3.2. De hersenen bestaan uit de 'oude' hersenen (de hersenstam) en de 'nieuwe hersenen' (de hersenschors)
3.3. In de hersenen onderscheiden we:
3.4. De informatieverwerking vindt plaats in de hersenschors, die in vier gebieden wordt verdeeld.
3.5. De ontwikkeling van de hersenen gaat van rechts naar links (lateralisatie). Dit proces duurt tot ongeveer het zesde of zevende jaar.
3.6. Hersenen worden gevoed met externe informatie om hun vorm te krijgen. Daardoor is het erg belangrijk in welke omgeving het kind opgroeit. Ook worden onze hersenen gevormd door de interactie met de omgeving.
4. People's actions are based more on what they believe than on what is actually true. - Albert Bandura
5. Wat een mens kan zijn, dat moet hij zijn - Abraham Moslow
6. Niemand weet beter dan een leraar dat de beste manier om iets te leren het onderwijzen van dat iets is. - Jean Piaget
7. Gedrag wordt gevormd door gedragscomponenten die beïnvloed worden door aanleg, omgeving en interactie.
8. Ontwikkelingsfasen volgens Rousseau.
9. Bij vastliggende gedragskenmerken spelen factoren als ontwikkelingsgang of leeftijd een ondergeschikte rol. De constitutie speelt hierbij echter een grote rol.
10. Zowel nature als nurture zijn van invloed op de ontwikkeling van kinderen
11. Psycholoog en filosoof Lev Vygotsky is de grondlegger van de cultuurhistorische school.
11.1. De cognitieve ontwikkeling wordt bepaald door de objectieve werkelijkheid.
11.2. Ontwikkeling is niet statisch of lineair. Vygotsky beschouwt ontwikkeling als een dynamisch proces.Ontwikkeling kan gestimuleerd worden door onderwijs.
11.2.1. Een kind bestaat niet alleen uit wat het van nature heeft meegekregen, maar ook niet alleen door toevallige leefomstandigheden.