1. Leven in Europa
1.1. Wonen in Europa
1.1.1. Frankrijk
1.1.1.1. Alpen
1.1.1.2. Bergachtig
1.1.1.3. Veel heuvels
1.1.1.4. Aan de zee
1.1.1.5. Skigebied
1.1.2. Zweden
1.1.2.1. Göteborg
1.1.2.2. Veel landbouw
1.1.2.3. 60% bos
1.1.2.3.1. IKEA
1.1.2.4. Middernachtszon
1.1.3. Griekenland
1.1.3.1. Weinig bos
1.1.3.2. 80% bergen en heuvels
1.1.3.3. 2000 eilanden
1.1.3.3.1. 150 bewoond
1.1.3.4. Zeus
1.1.4. Polen
1.1.4.1. Vlak land
1.1.4.2. Zeven grenslanden
1.1.4.3. Stad Krakau
1.1.4.4. Bergachtig
1.1.4.4.1. Kaukasus
1.2. Naar school in Europa
1.2.1. Met schoolbus
1.2.1.1. In bergachtig gebied
1.2.1.1.1. Alpen
1.2.2. Halve dagen
1.2.2.1. Griekenland
1.2.2.1.1. te weinig scholen
1.2.3. Warme lunch
1.2.3.1. Polen
1.2.4. Talen
1.2.4.1. 70 talen in Europa
1.2.4.2. Esperanto
1.2.4.2.1. wereldtaal
1.3. Het klimaat in Europa
1.3.1. Natte winters
1.3.1.1. Polen
1.3.2. Strenge winters
1.3.2.1. Alpen in Frankrijk
1.3.3. Niet overal hetzelfde
1.3.3.1. Zweden
1.3.3.1.1. Zuiden
1.3.3.1.2. Noorden
1.3.4. Warmste klimaat
1.3.4.1. Griekenland
1.4. Samenwerken in Europa
1.4.1. Regering
1.4.1.1. Voordeel > samenwerken
1.4.1.2. Bestuurt het land
1.4.1.2.1. Nederland
1.4.2. Europese Commissie
1.4.2.1. Bestuurt Europese Unie
1.4.2.1.1. maakt regels en wetten voor EU
1.4.3. Internationaal
1.4.3.1. nationaal
1.4.3.1.1. je eigen land
1.4.3.1.2. Ajax-PSV is nationaal
1.4.3.1.3. supermarkt JUMBO
1.4.3.2. internationaal
1.4.3.2.1. met andere landen samen
1.4.3.2.2. Nederland - Duitsland
1.4.3.2.3. Philips
1.4.4. Samenwerken in Europa
1.4.4.1. misdaden
1.4.4.2. milieu
1.4.4.3. landbouw en tuinbouw
2. Naar één Europa
2.1. Van zes naar twaalf landen
2.1.1. Na de W.O. II
2.1.2. BeNeLux
2.1.2.1. België
2.1.2.2. Nedeland
2.1.2.3. Luxemburg
2.1.3. Europese Unie
2.1.3.1. 1992
2.1.3.1.1. 12 landen gestart
2.1.3.2. 2004
2.1.3.2.1. 10 landen erbij
2.2. De Europese Unie
2.2.1. Kandidaat-lid
2.2.1.1. Land dat lid wil worden van EU
2.2.1.1.1. Turkeije
2.2.2. Europese commissie
2.2.2.1. Regering van Europa
2.2.2.1.1. maken wetten
2.2.2.1.2. maken regels
2.2.2.1.3. 27 mensen
2.2.3. Europees Parlement
2.2.3.1. Brussel
2.2.3.2. Controleren de regering
2.2.3.3. meer dan 270 mensen
2.3. Betalen met Euro's
2.3.1. open grenzen
2.3.2. betalen binnen de EU
2.3.3. makkelijker handelen
2.3.4. sinds 2002
2.4. Samen sterker
2.4.1. binnengrenzen
2.4.1.1. grenzen tussen EU-landen
2.4.1.1.1. Nederland - België
2.4.1.1.2. Nederland - Duitsland
2.4.1.1.3. Oostenrijk - Tsjechië
2.4.1.1.4. Spanje - Frankrijk
2.4.2. buitengrenzen
2.4.2.1. grenzen tussen EU-landen en andere landen
2.4.2.1.1. Oostenrijk - Zwitserland
2.4.2.1.2. Polen - Rusland
2.4.2.1.3. Griekenland - Turkeije
2.4.2.1.4. China - Nederland
2.4.3. invoerrechten
2.4.3.1. landen buiten de EU
2.4.3.2. betalen voor handel met EU
2.4.3.3. producten uit EU goedkoper
2.4.3.4. producten buiten EU worden duurder
3. West-Europa
3.1. EU begonnen in West-Europa
3.2. Twaalf van de vijftien landen wel
3.2.1. Noorwegen niet
3.2.2. Zwitserland niet
3.2.3. 12 sterren in vlag EU
3.3. Wel lid, maar géén Euro
3.3.1. Verenigd Koninkrijk
3.3.2. Zweden
3.3.3. Denemarken
4. Oost-Europa
4.1. 1991 stortte Oostblok in elkaar
4.2. nieuwe landen bij EU
4.2.1. Hongarije
4.2.2. Polen
4.2.3. Tsjechië
4.2.4. Slowakije
4.3. nog géén Euro
4.3.1. geldzaken
4.3.1.1. niet in orde