1. Voor de leeuwen
1.1. Waarom werden Christenen vervolgd in Rome na 50 nChr?
1.1.1. Ze mochten van hun god geen andere goden aanbidden.
1.1.1.1. Romeinen hadden er heel veel
1.1.1.1.1. Bij iedere nieuwe god die ze tegenkwamen bouwden ze een tempel
1.1.1.1.2. goden van de Romeinen
1.1.2. Dus mochten ze ook niet de keizer vereren als god
1.1.3. het Christendom zei dat voor God iedereen gelijk was
1.1.3.1. dat was goed nieuws voor
1.1.3.1.1. arme Romeinen
1.1.3.1.2. vrouwen
1.1.3.1.3. slaven
1.2. Christenen werden akelig ter dood veroordeeld onder keizer Nero (100 nChr)
1.2.1. als voer voor de leeuwen
1.2.1.1. Christenen vonden dat een EER
1.2.1.1.1. ze dachten dat ze regelrecht naar de hemel gingen
1.2.1.1.2. ze maakten voor een vol theater reclame voor hun godsdienst
1.2.1.1.3. Vrouwen, slaven en kinderen
1.2.2. als levende fakkel
1.2.3. mensen vonden dat net een spannende film
2. Een slimme en machtige keizer
2.1. Augustus: 27 v.Chr - 14 n.Chr
2.1.1. hee, dan was hij de keizer in de tijd van Jezus
2.2. Augustus was populair
2.2.1. Brood en Spelen
2.2.1.1. je hoefde je niet te vervelen
2.2.1.1.1. hij liet gladiatoren tegen elkaar vechten
2.2.1.1.2. hij liet wagens tegen elkaar racen
2.2.1.1.3. theaterstukken
2.2.1.1.4. terechtstellingen
2.2.1.2. Je hoefde geen honger te lijden
2.2.1.2.1. hij deelde 'n kilo graan uit per dag, per arme Romein
2.2.2. hygiene
2.2.2.1. badhuizen
2.2.2.2. gezellige buurtwc's
2.2.2.3. lekker fris water
2.2.2.3.1. aquaducten brengen schoon water uit de bergen
2.3. Augustus was sluw
2.3.1. voor zijn plannen moest hij toestemming vragen aan de Senaat
2.3.1.1. de Senaat= de rijkste+machtigste mannen van Rome
2.3.2. wie geen toestemming gaf ...
2.3.2.1. kreeg promotie naar een gevaarlijk gebied
2.3.2.2. kon zijn vrouw en kinderen niet meer vinden
2.3.3. Senatoren die zijn zin deden
2.3.3.1. kregen cadeautjes
2.3.3.2. kregen mooie banen
2.4. Augustus zorgde voor vrede
2.4.1. Julius Caesar, z'n voorganger voerde altijd oorlog
2.4.1.1. Noord-Afrika, Spanje, Frankrijk Engeland, Griekenland, Roemenië, Turkije.
2.4.1.1.1. overwonnen volken vonden Rome cool
2.4.1.1.2. volken die zich niet gewonnen gaven, werden uitgemoord.
2.4.2. Augustus bouwde forten en wegen door het hele rijk
2.4.2.1. wegen
2.4.2.1.1. daardoor kon het leger overal snel komen
2.4.2.2. forten
2.4.2.2.1. daar kon je een leger laten uitrusten
2.5. Augustus zorgde voor veiligheid
2.5.1. dat was goed voor de handel
2.5.1.1. mensen werden rijker
2.5.2. Romein zijn werd chique
2.5.2.1. mensen wilden Romeins spreken
2.5.2.1.1. Frans, Spaans, Italiaans, Roemeens zijn Romaanse talen
2.5.2.2. ze wilden Romeinse kleding dragen
2.5.2.3. de huizen zien er steeds Romeinser uit
2.5.2.3.1. vloerverwarming
2.5.2.3.2. dakpannen
2.5.2.3.3. stenen muren
2.5.2.4. de steden zien er Romeinser uit
2.5.2.4.1. theater
2.5.2.4.2. badhuis
2.5.2.4.3. buurtwc's
3. Rechtspraak bij de Romeinen
3.1. Onze maatschappij
3.1.1. iedereen is gelijk
3.1.2. Iedereen boven de 18 mag meebeslissen over het land
3.1.3. iedereen mag zeggen wat hij wil
3.1.3.1. WEL over hoe iemand z'n werk doet
3.1.3.2. GEEN onwaarheden
3.2. Romeinse maatschappij
3.2.1. vrije mensen
3.2.1.1. mensen met macht
3.2.1.1.1. de rijkste mannen
3.2.1.2. mensen zonder macht
3.2.1.2.1. arme mensen
3.2.1.2.2. vrouwen
3.2.1.2.3. kinderen
3.2.2. onvrije mensen
3.2.2.1. Slaven
3.2.2.1.1. je kon je kind of jezelf verkopen als slaaf
3.2.2.1.2. hadden geen rechten
3.2.2.1.3. gekocht op de slavenmarkt
3.3. rechtspraak
3.3.1. hoe rijker en belangrijker, hoe lichter de straf
3.3.1.1. da's anders dan bij ons
3.3.2. opschrijven wat strafbaar is
3.3.2.1. geschreven wetten
3.3.2.1.1. da's 't zelfde
3.3.3. rechters mogen niet afhankelijk zijn van bestuurders
3.3.4. iedereen mag zich verdedigen in de rechtbank
4. Pompeii, een begraven stad
4.1. 79 nChr: vulkaan Vesuvius barst uit
4.1.1. De as begraaft het stadje Pompeii
4.1.1.1. geen lava!
4.1.2. In de 18e eeuw wordt er voor 't eerst gegraven
4.1.2.1. Broden lagen nog in de oven
4.1.2.2. Reclame op winkels is nog te lezen
4.1.2.3. Badhuizen hadden olielampjes om 's avonds open te zijn
4.1.2.4. Openbare toiletten voor gezellig kakken
4.1.2.5. huizen in Pompei
4.1.2.5.1. winkeltje aan de straatzijde
4.1.2.5.2. binnenplaats
4.1.2.5.3. woonvertrek
4.1.2.5.4. binnentuin
4.1.2.5.5. mozaiek en gekleurde tegels
4.1.2.5.6. weinig meubels
4.1.3. voor wie meer wil weten
4.1.3.1. Romeins Pompeii
4.1.3.2. wikikids
4.1.3.3. Google streetview
4.1.3.3.1. kan niet met langzaam internet!