1. Motorische/ lichamelijke ontwikkeling
1.1. Fijne Motoriek
1.1.1. - Schrijven, Teken, pengreep, knippen
1.1.2. De fijne mototiek ontstaat vanuit de grove motoriek.
1.2. Grove Motoriek
1.2.1. Bal wegschoppen, Klimmen, springen
2. Sociaal emotionele ontwikkeling
2.1. Emoties zoals: Blij, boos, verdrietig
2.2. Het leren kennen van eigen en andermans gevoelens
2.2.1. Wanneer een ander kind huilt weet het kind dat hij verdrietig is en zal hij er misschien heengaan om te kijken/helpen (Hangt af van de leeftijd)
2.3. Zelfwaardering en zelfvertrouwen
2.3.1. Zelfwaardering is belangrijk voor de ontwikkeling van zelfvertrouwen bij kinderen. Kinderen die zichzelf waarderen hebben de neiging om meer zelfvertrouwen te hebben waardoor ze beter in staat zijn om met moeilijkheden om te gaan.
2.4. Hechting
2.4.1. Hechting is het aangaan van een speciale relatie met de persoon die het kind meestal verzorgt. De hechting is nodig om te ontwikkelen. Want de hechtingsrelatie werkt als model voor de relaties die het kind in zijn verdere leven aangaat.
2.5. Vertrouwen in de omgeving
2.5.1. Het kind moet zich veilig voelen, Aandacht hebben voor het kind en zijn benodigdheden (Sensitive responsiviteit) Is hierbij belangrijk.
3. Cognitieve ontwikkeling
3.1. Concentratievermogen
3.1.1. Hoelang kan een kind zijn aandacht bij een bepaalde activiteit vasthouden
3.2. Informatie kunnen onthouden
4. Morele ontwikkeling
4.1. Wat is goed en wat niet
4.2. Normen en waarden
4.3. Regels
5. Taal ontwikkeling
5.1. Leren praten
5.2. Lichaamstaal
5.2.1. Mimiek
5.2.1.1. Hoe kijkt het kind
5.2.2. Houding
5.2.2.1. Hoe staat, zit, ligt het kind/ Hoe gedraagd het kind zich?
5.2.3. Huilen
5.2.3.1. Met huilen wil een jong kind vaak veel duidelijk maken: Honger, pijn, moe, etc.