1. Frame en Constructie
1.1. Materiaal
1.1.1. Werktuigbouw
1.1.1.1. Staal
1.1.1.2. Kunstoffen
1.1.1.3. Alluminium
1.1.1.4. Bouten/moeren
1.1.2. Mechatronika
1.1.2.1. plc analoog
1.1.2.2. plc digitaal
1.1.3. Elektro
1.1.3.1. Koper
1.1.3.2. Besturingskast
1.1.3.3. Elektrotechnische componenten
1.1.3.4. Bouten/moeren
1.2. Afmeting
1.2.1. Werktuigbouw
1.2.1.1. Max. 1000x800x500mm (LxBxH)
1.2.1.2. Toepassen aangeleverde onderdelen inbouwen. (Motor, Accu, Elektro kast, Wielen, Lagers)
1.2.2. Mechatronika
1.2.2.1. N.V.T.
1.2.3. Elektro
1.2.3.1. Max. 500 mm x 400 mm x 210mm (LxBxH)
1.3. Sterkte en duurzaamheid
1.3.1. Werktuigbouw
1.3.1.1. Sterkte berekening, dragende constructie
1.3.1.2. 60% herbruikbaar min.
1.3.2. Elektro
1.3.2.1. Minimaal 60% herbruiker materiaal gebruiken
1.4. Montage en fabricage
1.4.1. Werktuigbouw
1.4.1.1. Losneembare verbindingen
1.4.1.1.1. Bouten/moeren
1.4.1.2. Vaste verbindingen
1.4.1.2.1. Klinken
1.4.1.2.2. Lassen
1.4.1.3. Afhankelijk van omgeving
1.4.1.3.1. Persen
1.4.1.3.2. Klemmen
1.4.2. Elektro
1.4.2.1. N.V.T.
2. Aandrijving en Motoren
2.1. Motorselectie
2.1.1. MY1020 24VDC
2.1.1.1. Wektuigbouw
2.1.1.1.1. Motorbevestiging
2.1.1.1.2. Passende tandwielen
2.1.1.2. Elektro
2.1.1.2.1. In ontwerp zetten
2.1.2. 110ZYT 24VDC
2.1.2.1. Wektuigbouw
2.1.2.1.1. Motorbevestiging
2.1.2.1.2. Passende tandwielen
2.1.2.2. Elektro
2.1.2.2.1. In ontwerp zetten
2.1.3. Motor RB35 1:600 9 rpm
2.1.3.1. Wektuigbouw
2.1.3.1.1. Motorbevestiging
2.1.3.1.2. Passende tandwielen
2.1.3.2. Elektro
2.1.3.2.1. In ontwerp zetten
2.2. Type aandrijving
2.2.1. Werktuigbouwkunde
2.2.1.1. Type ketting
2.2.1.1.1. Rollen
2.2.1.1.2. Simplex
2.2.1.1.3. Duplex
2.2.1.1.4. Triplex
2.2.1.2. Lagers
2.2.1.2.1. Bloklager
2.2.1.2.2. Flenskogellager
2.2.1.2.3. Kogellager
2.2.1.2.4. rollager
2.2.2. Elektro
2.2.2.1. Elktro motor
2.2.2.1.1. MY1020 24VDC
2.2.2.1.2. 110ZYT 24VDC
2.3. Accuspecificaties
2.3.1. Elektro
2.3.1.1. 24V
2.3.1.2. 12V
2.3.2. Werktuigbouw
2.3.2.1. Afmetingen
2.3.2.2. Afscherming
2.4. Snelheidsregeling
2.4.1. Elektro
2.4.1.1. Potmeter
2.4.2. Werktuigbouw
2.4.2.1. Tandwiel verhouding
2.4.2.1.1. Dikte
3. Wielen en Onderstel
3.1. Aantal en type wielen
3.1.1. Werktuigbouw
3.1.1.1. 4 Wielen
3.1.1.1.1. 1 Gedreven wiel
3.1.1.1.2. 2 Gedreven wielen
3.1.1.2. 3 Wielen
3.1.1.2.1. 1 Sturend wiel/2 gedreven wielen
3.1.1.2.2. 1 Sturen wiel/1 gedreven wiel
3.1.2. Elektro
3.1.2.1. N.V.T.
3.2. Bodemvrijheid
3.2.1. Werktuigbouw
3.2.1.1. Minimaal 2,5 cm
3.2.1.2. Afhankelijk van omgeving
3.2.2. Elektro
3.2.2.1. N.V.T.
3.3. Draai- en manoeuvreerbaarheid
3.3.1. Werktuigbouwkunde
3.3.1.1. Minimaal 1 en maximaal 2 meter radius
3.3.1.1.1. Aanpasbaar ontwerpen (zodat dit afstelbaar is)
3.3.2. Elektro
3.3.2.1. N.V.T.
3.4. Opbouw onderstel
3.4.1. Werktuigbouw
3.4.1.1. Plaatwerk
3.4.1.1.1. Verstevigen
3.4.1.2. Kokers
3.4.1.2.1. Lassen
3.4.1.2.2. Sterkte
3.4.2. Elektro
3.4.2.1. N.V.T.
4. Veiligheidsvoorzieningen
4.1. Noodstop en veiligheidsknoppen
4.1.1. Werktuigbouw
4.1.1.1. Bevestigen maken
4.1.1.1.1. Verwerken in 3D ontwerp
4.1.2. Elektro
4.1.2.1. In ontwerp zetten
4.1.2.1.1. Aansluiten
4.2. Knipperlicht bij achteruitrijden
4.2.1. Werktuigbouw
4.2.1.1. Bevestiging maken
4.2.1.1.1. Verwerken in 3D ontwerp
4.2.2. Elektro
4.2.2.1. In ontwerp zetten
4.2.2.1.1. Aansluiten
4.3. Helling- en nulspanning beveiliging
4.3.1. Werktuigbouw
4.3.1.1. Remsysteem ontwerpen
4.3.1.1.1. Op band
4.3.1.1.2. Tegen velg
4.3.1.1.3. Op as
4.3.2. Elektro
4.3.2.1. In ontwerp zetten
4.3.2.1.1. Aansluiten
4.4. Lichtzuil en oranje (zwaailamp)
4.4.1. Werktuigbouw
4.4.1.1. Montage ontwerpen
4.4.1.1.1. Bevestiging gat
4.4.1.1.2. Koker
4.4.1.1.3. Beugel
4.4.2. Elektro
4.4.2.1. In ontwerp zetten
4.4.2.1.1. Aansluiten
5. Sensoren en Navigatie
5.1. Plaatsing en montage van sensoren
5.1.1. Werktuigbouw
5.1.1.1. Beugels ontwerpen
5.1.1.1.1. Positie bepalen
5.1.1.1.2. Hoeken bepalen
5.1.1.2. Universeel(aanpasbaar)
5.1.1.2.1. Los neembaar
5.1.1.2.2. Makkelijk te vervangen
5.1.2. Elektro
5.1.2.1. In ontwerp zetten
5.1.2.1.1. Aansluiten
5.2. Vereiste nauwkeurigheid
5.2.1. Werktuigbouw
5.2.1.1. Plaatsing sensoren
5.2.1.1.1. Overleggen positie bepalen
5.2.1.1.2. Vrije plaatsing/toegangelijk
5.2.2. Elektro
5.2.2.1. Correct aangesloten
5.3. Sensoren voor obstakeldetectie en routevolging
5.3.1. Werktuigbouw
5.3.1.1. Plaatsing sensoren
5.3.2. Elektro
5.3.2.1. In ontwerp zetten
5.3.2.1.1. Aansluiten
6. Besturingssysteem en Elektronica
6.1. PLC-besturing en montage
6.1.1. Werktuigbouw
6.1.1.1. Ruimte reserveren in ontwerp
6.1.2. Elektro
6.1.2.1. In ontwerp zetten
6.1.2.1.1. Aansluiten
6.2. Elektrische bedrading en kabelbeheer
6.2.1. Werktuigbouw
6.2.1.1. Rekeninghouden met bedrading (Ruimte/kanalen)
6.2.2. Elektro
6.2.2.1. In ontwerp zetten
6.2.2.1.1. Aansluiten
6.3. Bedieningspaneel en hoofdschakelaar
6.3.1. Werktuigbouw
6.3.1.1. Ruimte reserveren Elektrokast
6.3.2. Elektro
6.3.2.1. In ontwerp zetten
6.3.2.1.1. Aansluiten
6.4. Behuizing van de besturing en gemakkelijk onderhoud
6.4.1. Werktuigbouw
6.4.1.1. Toegankelijke plaatsing besturings kast
6.4.1.2. Overige delen goed bereikbaar houden in ontwerp
6.4.2. Elektro
6.4.2.1. Elektrotechnische onderdelen goed bereikbaar houden in ontwerp en praktijk
7. Onderhoud en Gebruiksgemak
7.1. Toegang tot de accu voor onderhoud
7.1.1. Werktuigbouw
7.1.1.1. Goede afscherming
7.1.1.1.1. Handgreep isoleren
7.1.1.1.2. Inlay als isolatie
7.1.1.2. Stevig bevestigd
7.1.1.2.1. Inklemmen
7.1.1.2.2. Bandje
7.1.2. Elektro
7.1.2.1. Opladen mogelijk
7.1.2.2. Vervanging mogelijk
7.2. Onderhoudsintervallen en duurzaamheid van onderdelen
7.2.1. Werktuigbouw
7.2.1.1. Mechanische onderhouds plan
7.2.1.1.1. Bereikbaar houden
7.2.1.1.2. Simpel
7.2.2. Elektro
7.2.2.1. reguliere controle
7.2.2.2. Periodiek elektrotechnische onderhoud
7.3. Documentatie en registratie van onderhoud
7.3.1. Werktuigbouw
7.3.1.1. Onderhouds logboek maken
7.3.1.1.1. Documentatie bijgeleverd
7.3.1.1.2. Logboek bij geleverd
7.3.2. Elektro
7.3.2.1. Onderhouds logboek maken en bijhouden