1. Kwaliteitsbeoordeling
1.1. Externe
1.1.1. Onderwijsinspectie
1.1.1.1. Ondersteuning van interne kwaliteitsontwikkeling
1.1.1.1.1. Inspectie 2.0
1.2. Interne
1.2.1. CQI (Continuous Quality Improvement)
1.2.1.1. PDC(R)A-proces
1.2.1.1.1. Plan
1.2.1.1.2. Do
1.2.1.1.3. Check
1.2.1.1.4. Reflect
1.2.1.1.5. Act
2. De 3 fundamentele doelen
2.1. Kwalificatie
2.1.1. Het verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes
2.1.1.1. Hoge slagingprestaties, sterke prestaties op gestandaardiseerde toetsen en succesvolle integratie in de arbeidsmarkt of vervlogonderwijs
2.1.2. Evaluatie
2.1.2.1. Meetbare beoordelingen, bv. examens, gestandaardiseerde toetsen...
2.2. Socialisatie
2.2.1. Het voorbereiden van leerlingen op hun rol als actieve leden van de samenleving
2.2.1.1. Respect voor andere culturen, het stimuleren van kritisch burgerschap en het onderwijzen van basiswaarden zoals de principes van de demokratische rechtsstaat
2.2.2. Evaluatie
2.2.2.1. Moeilijker te kwantificieren
2.2.2.1.1. Kwalitatieve benaderingen zoals observaties en gespreken
2.3. Subjectificatie
2.3.1. De ontwikkeling van de persoonlijkkeid van het individu, inclusief het ontwikkelen van identiteit, autonomie, verantwoordelijkheid en het ontdekken van passies en drijveren
2.3.1.1. Kenis over vrijheid van meningsuiting, democratie en genderdiversiteit; het creeren van een leeromgeving waarin leerlingen ruimte krijgen voor dialoog en interactie om zichzelf te vormen, samen met anderen.
2.3.2. Evaluatie
2.3.2.1. Moeilijker te kwantificieren
2.3.2.1.1. Kwalitatieve benaderingen zoals observaties en gespreken
3. Meten van onderwijskwaliteit
3.1. Meetbaarheid van kwalificaties
3.1.1. Onjuiste oversimplificatie: daling van leerprestaties = daling van onderwijskwaliteit
3.2. Cultur van meten
3.2.1. Steeds meer bedrijstermen in onderwijs teksten
3.2.2. Schooleffectiviteitsonderzoek
3.2.2.1. CIPO-model (Scherens, 1990)
3.2.2.1.1. PISA, TIMSS, PIRLS
3.2.3. Kritiek
3.2.3.1. Gert Biesta
3.2.3.2. VLOR
3.2.3.2.1. Meetingen van leerprestaties geven een te enge lijk wanneer ze niet naast andere informatiebronnen geplaatst worden.
3.2.3.3. - Het 'hoe meer hoe beter' -principe kan leiden tot een versmalling van de visie op de functies van onderwijs
3.2.3.4. We moeten voorkomen dat we alleen waarderen wat makkelijk meetbaar is in plaats van wat waardevol is.
4. Kwaliteitsverwachtingen
4.1. Referentiekader voor Onderwijskwaliteit (ROK of OK)
4.1.1. De school behaalt meetbare resultaten en effecten
4.1.1.1. Studievoortgang
4.1.1.2. Toegang tot onderwijs
4.1.1.3. Langertermijneffecten
4.1.2. De school stimuleert de ontwikkeling van alle leerenden
4.1.2.1. Doelen
4.1.2.2. Vormgeven
4.1.2.3. Begeleiding
4.1.2.4. Opvolgen
4.1.3. De school onderzoekt en ontwikkelt op systematische wijze haar onderwijskwaliteit
4.1.4. De school ontwikkelt en voert een beleid, rekening houdend met haar context- en inputkenmerken
4.2. Onderwijsproces
4.2.1. Ontwikkeling van de lerende
4.2.1.1. Het creeren van een stimulerende leeromgeving
4.2.2. Kwaliteitsontwikkeling
4.2.2.1. Monitoren, evalueren en aanpassen van onderwijspraktijken
4.2.3. Schoolbeleid
4.2.4. Leerresultaten, academische prestaties, sociale en emotionele ontwikkeling
4.2.5. Context en input
4.2.5.1. Omgeving en kenmerken van leerlingen, hun thuisomgeving en leraren
5. Gedeelte verantwoordelijkheid
5.1. Macroniveau
5.1.1. Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
5.1.1.1. Eindtermen
5.1.1.2. Centrale toetsen
5.1.1.3. Externe kwaliteitstoezicht
5.1.1.3.1. Onderwijsinspectie
5.1.1.4. Netten en koepels
5.2. Mesoniveau
5.2.1. Schoolgemenschappen, scholengroepen en schoolleiders
5.2.2. Pedagogische begeleidingsdiensten
5.3. Microniveau
5.3.1. Leraren
5.3.2. Leerlingen