Communicatie voor een klasgroep

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Communicatie voor een klasgroep Door Mind Map: Communicatie voor een klasgroep

1. Wees alert voor storingen in de communicatie

1.1. Interne ruis

1.1.1. Bereid je voor op wat je wilt vertellen

1.1.2. Motiveer leerlingen voor het onderwerp

1.1.3. Kies het juiste communicatiemiddel en tijdstip

1.1.4. Gebruik duidelijke verbale en non-verbale communicatie in overeenstemming met elkaar

1.1.5. Gebruik correcte taal op een aangepast niveau

1.1.6. luister actief

1.1.7. Vermijd een verkeerde interpretatie van de boodschap door de leerlingen

1.1.8. Tracht zo veel mogelijk rekening te houden met verschillen in perceptie/vooroordelen

1.2. Externe Ruis

1.2.1. Tracht storende omgevingsfactoren te vermijden (vb. lawaai)

1.2.2. Kies een geschikt ruimte/omgeving

1.3. Feedback

1.3.1. Controleer of de boodschap begrepen is

1.3.2. Vraag indien nodig om verduidelijking

1.3.3. Wees alert voor non-verbale signalen van de leerling

2. Hou rekening met de 4 aspecten van een boodschap

2.1. Referentiële aspect

2.1.1. Gebruik een eenvoudige stijl

2.1.2. Structureer de boodschap

2.1.3. Formuleer bondig

2.1.4. Gebruik de juiste taal i.f.v. de klasgroep (leeftijd, niveau, interesse)

2.2. Relationele aspect

2.2.1. Sta open voor de leerlingen

2.2.2. Speel in op wat leerlingen zelf aanbrengen

2.2.3. Toon zelf interesse en motivatie voor de leerstof

2.3. Expressieve aspect

2.3.1. Wees authentiek

2.3.2. Vermijd imponeer- of facadegedrag

2.4. appellerende aspect

2.4.1. Gebruik expliciete boodschappen

2.4.2. Verwoord de leerdoelen

2.4.3. Vermijd stille hints, suggestieve voorbeelden

3. Gebruik verschillende communicatiekanalen

3.1. Verbaal

3.1.1. Gebruik dezelfde taal als de leerlingen

3.1.1.1. Kies het passende register

3.1.1.2. Pas woordenschat aan

3.1.1.3. Vermijd te complexe, meervoudige zinnen

3.1.2. Pas de 4 Maximes toe

3.1.2.1. Kwantiteit: hou de boodschap informatief en beperkt

3.1.2.2. Kwaliteit: vertel geen onwaarheden of dingen waaraan je twijfelt

3.1.2.3. Stijl: Wees zo duidelijk, bondig en ordelijk mogelijk

3.1.2.4. Relevantie: Zorg dat de communicatie gericht is en ter zake doet

3.1.3. Zorg voor een goede verstaanbaarheid

3.1.3.1. Let op uitspraak

3.1.3.2. Gebruik een afwisselende intonatie

3.1.3.3. Zorg voor een aangepast stemvolume

3.1.3.4. Spreek niet te snel

3.2. Non-Verbaal

3.2.1. Gebruik veel handentaal

3.2.2. Maak oogcontact

3.2.3. Maak gebruik van mimiek

3.2.4. Kruis je armen niet

3.2.5. Richt je lichaam naar je de leerlingen

3.2.6. Respecteer de persoonlijke ruimte

3.2.7. Gebruik non-verbale communicatie ter ondersteuning van verbale communicatie