Cultuur van de kerk tryout

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Cultuur van de kerk tryout Door Mind Map: Cultuur van de kerk tryout

1. Useful links to fill in your lean canvas

2. maatschappij

2.1. Europa is nog onherbergzaam

2.2. Woon- en geloofsgemeenschappen zijn zelfvoorzienend en hebben weinig contact

2.3. De kern van het leven is “ora et labora” bid en werk, via opgestelde regels

2.4. De kerk is oppermachtig en het Rooms-Katholieke geloof zorgt voor culturele eenheid

2.4.1. liturgisch jaar

2.4.1.1. annunciatie, Letterlijk: aankondiging. Boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria dat zij moeder zal worden van Christus.

2.4.1.2. visitatie

2.4.1.3. Getijden; officiële gebeden van de katholieke kerk op vaste tijden van de dag.

2.4.2. Angst en ontzag voor de almacht van God

2.4.3. Leven in dienst van De erfzonde

2.4.3.1. Leven naar het Laatste Oordeel

2.4.4. aflaat ; kwijtschelding van straf voor de zonden die iemand heeft begaan door bijv een schenking of een plegrimstocht

2.4.4.1. Pelgrimstochten brengen gelovigen dichtbij de belangrijkste relieken

2.4.4.2. kruistochten; aflaten voor ridders

2.4.5. Bedelorde; Type kloosterorde ontstaan in de eerste helft van de dertiende eeuw, die zich vestigt in de steden en in het eigen levensonderhoud voorziet door het ontvangen van giften in ruil waarvoor de orde diensten aan de stad verleent, zoals onderwijs en ziekenzorg.

2.5. Standenmaatschappij: adel-geestelijke-arbeiders

3. wereldgeschiedenis

3.1. Kloosters spelen een grote rol bij verspreiding van cultuur en geloof

3.2. Na verloop van tijd maakt de gesloten plattelandseconomie plaats voor meer handel

3.3. Kruistochten: Internationale tochten met ridders van de elfde tot en met de dertiende eeuw, gericht op de verspreiding van het christelijk geloof en de heroveringen van Jeruzalem op de moslims.

3.4. Grote volksverhuizingen door oorlogen en verjaging door optrekkende stammen

4. technologie

4.1. skeletbouw

4.1.1. steunberen, luchtbogen, kruisribgewelven, grote ramen, grote hoogte, veel lichtinval

4.2. glas in lood

4.2.1. roosvenster

4.2.2. verhalende ramen

4.3. boekdrukkunst

4.3.1. monnikenwerk

4.3.2. makkelijker verspreiding teksten

5. stijlen en stromingen

5.1. Romaans

5.1.1. massiefbouw

5.1.2. rondbogen

5.1.3. tongewelf

5.1.4. verhalend niet anatomisch correct

5.2. Gotiek

5.2.1. skeletbouw

5.2.2. spitsbogen

5.2.3. kruisribgewelf

5.2.4. verhalend, anatmoisch correct, lijnperspectief

6. kunstdisciplines

6.1. muziek

6.1.1. van eenstemmig naar polyfoon

6.1.1.1. syllabisch; Een syllabe is een lettergreep. In syllabische vocale muziek wordt per lettergreep slechts één noot gezongen

6.1.2. gregoriaans gezang

6.1.3. Cantus firmus; hoofdmelodie die uitgangspunt is in de meerstemmige (polyfone) compositietechniek.

6.1.4. Consonant en dissonant: Consonant: Een samenklank die harmonieus klinkt. Hemels Dissonant: Een samenklank die schril (niet harmonieus) klinkt. Hels

6.1.5. wereldlijke muziek

6.1.5.1. troubadour

6.1.5.2. vagant

6.1.5.3. hoofse liefde

6.2. dans

6.2.1. weinig en buiten de kerk

6.2.2. dodendansen

6.2.3. vruchtbaarheidsdansen

6.2.4. feesten in de ridderburcht

6.3. drama

6.3.1. liturgisch drama

6.3.1.1. passiespelen - mirakelspel - wagenspel - mysteriespel - heiligenspel

6.3.1.2. processies

6.3.1.2.1. optocht met grote beelden, rituelen en muziek voor heiligen op bepaalde data in het jaar

6.3.1.2.2. liturgisch jaar

6.3.1.3. religieus didactisch

6.3.2. wereldlijk toneel; abele spelen - kluchten

6.3.2.1. moralistisch

6.4. beeldend

6.4.1. boekverluchting

6.4.2. randversieringen

6.4.2.1. horror vacui

6.4.3. getijdenboeken

6.4.4. beeldhouwkunst; heiligen, didactisch

6.4.5. scriptorium, schrijfkamer war boeken werden gemaakt en bewaard in een klooster

6.4.5.1. anusscript; documenten die met de hand geschreven zijn voor de uitvinding van de boekdrukkunst. Handschriften gebundeld tot een boek noemen we ‘codex’

6.4.6. fresco, muur of plafondschildering waarbij op natte kalk wordt geschilderd, na droiging is de schilkdering 1 met de muur

6.4.6.1. sinopia, muur of plafond-schets voor een fresco

6.4.7. Altaarstuk; Kunstwerk dat op het altaar wordt geplaatst. Vaak een paneel of een veelluik met een aantal panelen, waarop heiligen of Bijbelse voorstellingen zijn afgebeeld.

6.4.8. Lijnperspectief; Weergave van de ruimte op een plat vlak, toegepast vanaf de renaissance. Uitgangspunt is de regelmatige verkleining naar een verdwijnpunt (vluchtpunt) op de horizon. Wordt ook wel centraal perspectief genoemd.

7. kunst en levenbeschouwing

7.1. Heilsgeschiedenis

7.1.1. lijn van gebeurtenissen te zien die verloopt van (Oude testament) 1. schepping naar 2: zondeval en vervolgens naar (Nieuwe testament – het leven van Christus) 3. geboorte; 4. leven; 5. sterven, 6. opstanding en 7. Laatste oordeel.

7.2. Liturgie en kerkelijk jaar: cyclus (Kerst, Pasen, Pinksteren, Kerst)

7.3. Religieuze volkscultuur: pelgrimages, heiligenverering (wonderen), relieken

7.4. Het menselijke invoelen, de verinnerlijking van de geloofservaring (bijvoorbeeld Mariadevotie).

8. kunstenaar en esthetica

8.1. Schoonheid als openbaring van het goddelijke in licht, glans en kleur; gotiek; geometrische orde op basis van getalsverhoudingen.

8.2. Didactische functie van kunst: Volk levendige voorstellingen bijbrengen van godsdienstige verhalen

8.3. Verschillende opvattingen over kunst: kunst en geloofsbeleving (abt Suger versus Bernardus van Clairvaux, Franciscus van Assisi); Theorieën voor en tegen het gebruik van beelden.

8.4. Natuur (flora en fauna) als boek vol symbolen van het goddelijke

8.5. Werken volgens beeldconventies en praktijk van kopiëren; originaliteit is ondergeschikt

8.6. Opvattingen over lichaam en geest: het geestelijke boven het lichamelijke en het mannelijke boven het vrouwelijke.

9. kunstenaar en opdrachtgever; politieke en economische macht

10. kunst en vermaak

11. kunst en wetenschap en techniek

11.1. Neumen; Vroege vorm van muzieknotatie die bestaat vóór de notenbalknotatie. De vorm van de neumen geven het stijgen of dalen van de melodie aan.

11.2. Segment

11.3. Segment

12. kunst intercultureel

12.1. Alternative

12.2. Alternative

13. Channe