Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Els Verhavert Door Mind Map: Els Verhavert

1. 15. ontwikkeling van initiatief, ambtie, ondernemingszin en loopbaancompetentie

1.1. 15.1 De leerlingen genereren ideeën voor een uitdaging aan de hand van aangereikte technieken en methodieken en in een gestructureerd en afgebakend kader.

1.2. 15.2 De leerlingen onderzoeken de uitvoerbaarheid van ideeën rekening houdend met aangereikte criteria.

1.3. 15.3 De leerlingen werken stapsgewijs een zelfgekozen idee uit door het doelmatig inzetten van tijd en hulpmiddelen.

1.4. 15.4 De leerlingen maken onderbouwde keuzes aan de hand van aangereikte criteria en aangereikte strategieën.

2. 13. Leercompetentie met inbegrip van onderzoekscompetentie, innovatiedenken, creativiteit, probleem oplossend en kritisch denken, systeemdenken, informatieverwerving en samenwerken

2.1. 13.1 De leerlingen beoordelen zowel het belang van een opdracht voor zichzelf als lerende als de relatie tussen de eigen en de vereiste competenties voor de uitvoering van de opdracht.

2.2. 13.2 De leerlingen reflecteren aan de hand van richtvragen over de impact van de eigen en andermans leeropvattingen en -strategieën op de uitvoering van een opdracht.

2.3. 13.3 De leerlingen hanteren een geschikte zoekstrategie uit een aantal aangereikte bij het selecteren van digitale en niet-digitale bronnen en informatie om een aangereikte informatievraag te beantwoorden.

2.4. 13.4 De leerlingen gebruiken verklarende en oriënterende overzichten om informatie in een digitale en niet-digitale bron terug te vinden

2.5. 13.5 De leerlingen beoordelen aan de hand van aangereikte richtvragen de geselecteerde digitale en niet-digitale bronnen en informatie op bruikbaarheid, correctheid en betrouwbaarheid.

2.6. 13.6 De leerlingen verwerken digitale en niet digitale informatie uit één of een beperkt aantal bronnen volgens een aangereikt stappenplan tot een samenhangend en bruikbaar geheel

2.7. 13.7 De leerlingen stellen verwerkte informatie voor volgens een aangereikte digitale en niet-digitale presentatiemethode.

2.8. 13.8 De leerlingen beheren informatie digitaal en niet-digitaal volgens een aangereikte structuur.

2.9. 13.9 De leerlingen formuleren voor een afgebakend probleem een onderzoeksvraag aan de hand van aangereikte criteria

2.10. 13.10 De leerlingen formuleren een hypothese in functie van een onderzoeksvraag aan de hand van aangereikte criteria.

2.11. 13.11 De leerlingen voeren stapsgewijs een onderzoekstechniek uit om digitale en niet-digitale gegevens te verwerven i.f.v. een onderzoeksvraag.

2.12. 13.12 De leerlingen voeren een oplossingsstrategie systematisch uit i.f.v. een onderzoek of een probleem.

2.13. 13.13 De leerlingen formuleren een antwoord op een onderzoeksvraag of hypothese aan de hand van aangereikte richtlijnen.

2.14. 13.14 De leerlingen beoordelen hun leerproces en -resultaat op afgesproken momenten en aan de hand van aangereikte criteria

2.15. 13.15 De leerlingen analyseren sterktes en zwaktes van hun leerresultaat en hun doorlopen leerproces aan de hand van richtvragen.

2.16. 13.16 De leerlingen reguleren hun leeropvattingen, hun leerproces en hun leerresultaat a.d.h.v. een werkwijze en strategieën.

2.17. 13.17 De leerlingen passen vaardigheden van samen leren toe om een leerdoel te realiseren.

2.18. 13.18 De leerlingen gebruiken schooltaal en domeinspecifieke taal in functie van het leerproces

3. 4. Digitale competentie en mediawijsheid

3.1. 4.1 De leerlingen demonstreren basisvaardigheden om digitaal inhouden te creëren en te delen.

3.2. 4.2 De leerlingen demonstreren basisvaardigheden om digitaal samen te werken, te communiceren en te participeren aan initiatieven.

3.3. 4.3 De leerlingen onderscheiden bouwstenen van digitale systemen.

3.4. 4.4 De leerlingen passen een eenvoudig zelf ontworpen algoritme toe om een probleem digitaal en niet-digitaal op te lossen

3.5. 4.5 De leerlingen lichten de invloed van digitale en niet-digitale media op mens en samenleving toe

3.6. 4.6 De leerlingen passen aangereikte regels van de digitale wereld toe.

3.7. 4.7 De leerlingen evalueren de mogelijkheden en risico’s van eigen en andermans mediagedrag.

4. 5 sociaal- relationele competentie

4.1. 5.1 De leerlingen bewaken in interacties hun eigen fysieke en mentale grenzen. (attitudinaal)

4.1.1. Directe zorg

4.1.1.1. Lesdoel 1: De leerlingen kunnen op een constructieve manier hun eigen fysieke en psychische grenzen herkennen

4.1.1.1.1. Klascement

4.1.1.1.2. ChatGPT

4.1.1.2. Lesdoel 2: De leerlingen kunnen op een constructieve manier hun eigen fysieke en psychische grenzen aangeven

4.1.1.2.1. KLascement

4.1.1.2.2. ChatGPT

4.2. 5.2 De leerlingen houden in interacties rekening met de opvattingen, fysieke en mentale grenzen en emoties van anderen. (attitudinaal)

4.3. 5.3 De leerlingen demonstreren hoe ze respectvol reageren tegen pest- en uitsluitingsgedrag.

4.4. 5.4 De leerlingen demonstreren in informele en formele relaties geschikte sociale vaardigheden.

4.5. 5.5 De leerlingen dragen in groepsactiviteiten met een welomschreven opdracht actief bij aan de uitwerking van een gezamenlijk resultaat.