1. Na Mohammeds dood
1.1. Mohammed was door God gekozen
1.1.1. profeet
1.1.2. bestuurder
1.2. na zijn dood:
1.2.1. Aboe Bakr
1.3. boeken
1.3.1. Koran
1.3.1.1. visioenen
1.3.2. Soenna
1.3.2.1. uitleg
1.4. er is 1 God
1.4.1. iedereen bekeren
1.5. veroveringsleger
1.5.1. Spanje
1.5.2. Noord Afrika
1.5.3. China
2. Rekenen en wiskunde
2.1. Arabische cijfers gebruikt door handelaren
2.1.1. werkt makkelijker
2.1.2. schrijft korter
2.2. berekenen
2.2.1. afstand sterren - aarde
2.2.2. grootte planeten
2.2.3. daken en koepels van moskeeën en paleizen
2.2.4. mozaieken
2.2.4.1. het is verboden tekeningen te maken
3. Handel
3.1. Arabieren=handelsvolk
3.1.1. Halen
3.1.1.1. stof:
3.1.1.1.1. zijde
3.1.1.1.2. katoen
3.1.1.2. smaakjes
3.1.1.2.1. peper
3.1.1.2.2. kerrie
3.1.1.2.3. kaneel
3.1.1.3. luxe
3.1.1.3.1. ivoor
3.1.1.3.2. edelstenen
3.1.2. Brengen
3.1.2.1. stof
3.1.2.1.1. gaas
3.1.2.1.2. damast
3.1.2.2. eten
3.1.2.2.1. graan
3.1.2.2.2. zuidvruchten
3.1.2.3. luxe
3.1.2.3.1. kristal
3.2. Route: zijderoute
3.3. Tomtom:
3.3.1. kompas
3.3.1.1. geleend van Chinezen
3.3.2. zelfgemaakte kaarten
3.3.3. sterren
3.3.3.1. van Grieken
3.4. bovendien
3.4.1. handel met veroverde gebieden
4. Kijken en onderzoeken
4.1. steden hebben voorzieningen
4.1.1. ziekenhuis
4.1.2. bibliotheken
4.1.3. universiteit
4.2. wetenschappers werken als de oude Grieken
4.2.1. verklaring zoeken
4.2.1.1. kijken en onderzoeken
4.2.1.2. lijken snijden
4.2.1.3. sterren
4.2.1.4. koorts