1. Marktwerking
1.1. wat zijn de actuele inkoopprijzen van de leverancier?
1.2. wat zijn de actuele verkoopprijzen op de markt?
1.3. wat is de winstmarge per product?
1.4. wat is de netto kostprijs?
1.5. wat is de werkelijke verkoopprijs?
1.6. hoe groot is het huidige marktaandeel?
1.7. hoeveel lopende orders staan er uit?
2. Data
2.1. Welke data moet gesystematiseerd worden
2.1.1. Financieel
2.1.1.1. Balans
2.1.1.2. Profit-loss account
2.1.1.3. Ratio's
2.1.2. Productie
2.1.2.1. wat is de theoretische productiecapaciteit?
2.1.2.2. wat zijn de lonen?
2.1.2.3. wat zijn de wekelijkse kosten voor het opereren van de machines?
2.1.3. Bestellingen
2.1.4. Voorraad
2.2. hoe kunnen de verschillende systemen het best met elkaar overweg?
2.3. Wat is de makkelijkste manier om data te systematiseren
2.3.1. Financieel
2.3.2. Productie
2.3.3. Bestellingen
2.3.4. Voorraad
2.4. Wat is de beste manier om overzicht te houden
2.4.1. Welk programma is het makkelijkst
2.4.2. Hoe is het makkelijk voor iedereen toegankelijk
3. Production
3.1. personeel
3.1.1. wat zijn de lonen?
3.1.2. Hoe hoog is het motivatieniveau onder het personeel?
3.1.3. hoeveel personen zijn er ziek?
3.1.4. hoeveel bedrijfsongevallen hebben er plaatsgevonden?
3.1.5. wat is de output per operator?
3.1.6. wanneer zijn de vakantiedagen?
3.2. machine
3.2.1. wat is de theoretische productiecapaciteit?
3.2.2. hoe lang kunnen de machines nog mee?
3.2.3. Wat is de afschrijfwaarde?
3.2.4. wat zijn de wekelijkse kosten voor het opereren van de machines?
3.2.5. wat is de werkelijke productie per week?
3.2.6. wat is de fall out?
3.2.7. hoeveel scrap materiaal blijft er over na produceren?
3.2.8. Is er geld te verdienen met verkopen scrap materiaal?
3.3. voorraad
3.3.1. wat zijn de actuele voorraden?
3.3.2. wat bedraagt de stock turnover?
3.3.3. wat is de maximaal waarde die kan worden opgeslagen?
4. Financial
4.1. Balans
4.1.1. hoeveel eigen vermogen is er aanwezig?
4.1.2. wat is de totale activa?
4.1.3. wat is de totale passiva?
4.1.4. wat zijn de kortlopende schulden?
4.1.5. wat zijn de langlopende schulden?
4.2. Profit-loss account
4.2.1. wat zijn de totale inkomsten?
4.2.2. wat zijn de totale uitgaven?
4.2.3. wat is de netto winst?
4.2.4. wat is de grootste kostenpost?
4.3. Ratio's
4.3.1. wat bedraagt de current ratio?
4.3.2. wat bedraagt de quick ratio?
4.3.3. wat bedraagt de ROCE?
4.3.4. wat bedraagt de solvabilteit?
4.4. investeringen
4.4.1. hoeveel geld is er beschikbaar voor investeringen?
4.4.2. wat is de overlevingsstrategie?
4.4.3. in welke onderdelen moet worden geinvesteerd om aan de overlevingsstrategie te voldoen?
4.4.3.1. machines?
4.4.3.2. research and development?
4.4.3.3. logistiek?
4.4.3.4. marktontwikkeling?
4.4.4. op welke manier wordt er geinvesteerd in de gekozen onderdelen? wat is het doel?
5. Commercial
5.1. Klanten
5.1.1. Wie zijn de klanten?
5.1.2. wat zijn de wensen van de klanten?
5.1.3. Is het mogelijk om nieuwe klanten aan te werven?
5.2. Leverancier
5.2.1. hoe duur is de leverancier?
5.2.2. wat is de levertijd van de leverancier?
5.2.3. hoe betrouwbaar is de leverancier?
5.2.4. wat is de fallout van de leverancier?
5.2.5. Zijn er betere alternatieven in plaats van de huidige leverancier?
5.3. crediteuren
5.3.1. hoeveel crediteuren zijn er momenteel?
5.3.2. hoeveel geld is het bedrijf de verschillende crediteuren schuldig?
5.3.3. zijn de crediteuren al betaald?
5.4. debiteuren
5.4.1. hoeveel debiteuren zijn er?
5.4.2. hoeveel geld zijn de debiteuren het bedrijf schuldig?
5.4.3. hebben de debiteuren al betaald?