Hoe ontwikkel je communicatievaardigheid?

Mindmap voor de PP-opdracht DCA

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Hoe ontwikkel je communicatievaardigheid? Door Mind Map: Hoe ontwikkel je communicatievaardigheid?

1. Train vooral de vier vaardigheden...

1.1. Luisteren

1.1.1. Goed leren luisteren...

1.1.1.1. helpt de cursist om een goede uitspraak te verwerven

1.1.2. Hoe?

1.1.2.1. Werk met korte en eenvoudige authentieke teksten

1.1.2.2. Zorg voor goede contextuele ondersteuning bij de teksten (illustraties, ...)

1.1.2.3. Voorzie zowel extensieve als intensieve opdrachten

1.1.2.3.1. extensief = gericht op een globaal begrip van de tekst

1.1.2.3.2. intensief = gericht op specifieke informatie

1.2. Spreken

1.2.1. Goed leren spreken...

1.2.1.1. bereidt de cursist voor op het functioneren in een vreemdtalige context

1.2.1.2. komt tegemoet aan de verwachtingen van de cursist ( -> verhoogt zijn motivatie)

1.2.1.2.1. De cursist wil vaak snel iets concreets kunnen doen met wat hij leert

1.2.2. Hoe?

1.2.2.1. Directe exploitatie

1.2.2.1.1. Laat de cursist de woordenschat, grammatica en taalfuncties zo snel mogelijk inoefenen in communicatieve situaties

1.2.2.2. Help de cursist compensatiestrategieën ontwikkelen

1.2.2.2.1. Kan je dat nog eens herhalen?

1.2.2.2.2. Kan je wat langzamer spreken?

1.2.2.2.3. Kan je dat parafraseren?

1.2.2.3. Communiceer zoveel mogelijk in de doeltaal

1.3. Lezen

1.3.1. Goed leren lezen...

1.3.1.1. helpt de cursist bij het verwerven van woordenschat, morfologie en syntaxis

1.3.1.2. introduceert de cursist in een andere cultuur

1.3.2. Hoe?

1.3.2.1. Focus op het oefenen van strategieën die een goed lezer hanteert

1.3.2.1.1. Verhaallijn?

1.3.2.1.2. Inhoud?

1.3.2.1.3. Verbanden?

1.3.2.2. Voorzie zowel extensieve als intensieve opdrachten

1.4. Schrijven

1.4.1. Goed leren schrijven...

1.4.1.1. bereidt de cursist voor op het functioneren in een vreemdtalige context

1.4.1.2. kan de cursist helpen bij het verwerven van nieuwe taalelementen

1.4.1.2.1. Het opschrijven van nieuwe elementen kan ervoor zorgen dat ze sneller blijven hangen.

1.5. Opmerking

1.5.1. Probeer oefeningen te vinden die meerdere vaardigheden combineren

1.5.1.1. Waarom?

1.5.1.1.1. In reële taalsituaties zijn vaak ook meerdere vaardigheden tegelijkertijd nodig

1.5.1.1.2. De ene vaardigheid kan helpen bij de ontwikkeling van een andere

2. Leer zelfstandig leren

2.1. Leer de cursist stilstaan bij zijn eigen leerproces (= metacognitie)

2.1.1. Waarom?

2.1.1.1. Zelfstandig kunnen leren is een essentieel onderdeel van een competent taalgebruiker

2.1.2. Hoe?

2.1.2.1. Leer de cursist...

2.1.2.1.1. omgaan met probleemoplossingsstrategieën

2.1.2.1.2. diagnostische toetsen voor zelfevaluatie hanteren

2.1.2.1.3. bronnen consulteren voor informatie

3. ...maar vergeet ook de ondersteunende kennis niet!

3.1. Woordenschat

3.1.1. Losse woorden

3.1.1.1. Hoe?

3.1.1.1.1. Bied nieuwe woordenschat altijd aan als lexicale eenheden

3.1.1.1.2. Doseer de hoeveelheid nieuwe woorden

3.1.2. Idiomatische uitdrukkingen

3.1.3. Strategieën

3.1.3.1. Leer cursisten omgaan met onbekende woorden

3.1.3.1.1. Leer cursisten dat niet alle woorden gekend moeten zijn om een tekst te kunnen begrijpen.

3.1.3.1.2. Leer cursisten hoe woordbetekenissen af te leiden uit de context

3.1.3.1.3. Leer cursisten om te letten op de functie van intonatie, punctuatie en morfologie

3.2. Taalsysteem

3.2.1. Hoe?

3.2.1.1. Focus op impliciete verwerving

3.2.1.1.1. Confronteer de cursist met begrijpelijke en toegankelijke teksten

3.2.1.2. Zorg ook voor expliciete instructie

3.2.1.2.1. Kan een ondersteunende rol spelen bij de impliciete taalverwerving

3.2.1.3. Wees geduldig!

3.2.1.3.1. Direct ingrijpen bij grammaticale (en lexicale) fouten werkt demotiverend

3.3. Teksgrammatica

3.3.1. perspectiefkeuze, stijldimensies, bouwplannen, ...

4. Werk taakgericht

4.1. "een leerder leert vooral door te handelen"

4.1.1. Door zelf taken op te lossen leert de cursist...

4.1.1.1. problemen identificeren en ontleden, informatie verzamelen, orde en structuur aanbrengen, ...

4.1.1.2. samenwerken met anderen

5. Leer van je collega's

5.1. Het uitwisselen van ervaringen met collega's kan helpen om een betere keuze te maken inzake lesmateriaal

5.2. Het observeren van en praten over elkaars lessen kan verhinderen dat de eigen lespraktijk te eenzijdig wordt (= intervisie)