1. FINLAND
1.1. socio-economische samenleving = vrij homogeen
1.2. Beroep leerkracht = hoog aanzien
1.3. grote leesvaardigheid = cultuur Finnen
1.4. decentralisatie en grote autonomie scholen
1.5. regelmatige onderwijshervormingen
1.5.1. oog op voortdurende verbetering!
1.6. inspelen op de noden van de leerling
1.6.1. investeren in de leerling!
1.7. hoog bekwaamheidsniveau onderwijzend personeel
1.7.1. 5-jarige universitaire opeleiding
1.8. verlaging structurele kosten
1.8.1. vrijmaken middelen verbetering onderwijs
1.9. onderwijs = gratis vanaf de kleuterschool tot de hogere studies
2. OORZAKEN
2.1. socio-economische afkomst
2.1.1. meest voorkomend probleem in België
2.1.2. beroeps-en scholingsgraad ouders
2.1.3. kansarmoede
2.2. geslacht
2.3. gezinssituatie
2.3.1. 1-ouder gezinnen
2.3.2. gezinslid chronisch ziek
2.4. etnisch-culturele afkomst
2.4.1. taal
2.4.2. cultuur
3. PISA-ONDERZOEK
3.1. = ? Kwaliteit onderwijs
3.1.1. BELGIE
3.2. = ? Kloof tussen sterkst en zwakst presterende leerling
3.2.1. BELGIE
3.2.2. Typerend voor geïndustrialiseerde landen
4. AANPAK
4.1. SCHOOLNIVEAU
4.1.1. LEERKRACHT - OUDERS
4.1.1.1. communicatie leerkracht-ouders versterken
4.1.1.1.1. bij andere taal: tolken
4.1.1.2. vergroten betrokkenheid ouders
4.1.1.2.1. ouderraad
4.1.1.2.2. (kennismakings)oudercontact
4.1.2. LEERLING
4.1.2.1. beroep doen op
4.1.2.1.1. extra-uren leerkracht
4.1.2.1.2. taalklas
4.1.2.1.3. huiswerkklas
4.1.2.1.4. leerlingbegeleiding
4.1.2.2. vergroten betrokkenheid leerlingen
4.1.2.2.1. leerlingenraad
4.1.3. DUIDELIJK BELEIDSPLAN
4.1.3.1. diversiteit
4.1.3.2. non-discriminatie
4.1.4. INFORMEREN EN DOORVERWIJZEN (indien nodig)
4.1.4.1. maatschappelijk assistenten
4.1.4.2. psychologen
4.1.4.3. pedagogen
4.1.4.4. CLB
4.2. KLASNIVEAU
4.2.1. LEERKRACHT - LEERLING
4.2.1.1. differentiëren
4.2.1.1.1. onderwijsbehoeften formuleren per leerling
4.2.1.2. bijbrengen culturele competenties
4.2.1.3. bijbrengen studie-attitudes
4.2.1.3.1. leren leren
4.2.1.4. respectvollle omgang
4.2.1.5. betrokkenheid leerling versterken
4.2.1.5.1. actieve participatie in de klas stimuleren
4.2.1.6. klasklimaat
4.2.1.6.1. verschilrespect
4.2.1.6.2. open sfeer
4.2.1.6.3. positief
4.2.1.7. uitdrukken waardering
4.2.1.7.1. zelfvertrouwen
4.2.1.7.2. niet enkel focussen op kennis, maar ook op competenties
4.2.1.7.3. focus op sterktes
4.2.1.8. geen vooroordelen + etikettering
4.2.1.9. Positief bekrachtigen en denken
4.2.1.9.1. "Succes is soms het resultaat van een hele reeks mislukkingen." (Vincent van Gogh)
4.3. ONDERWIJSNIVEAU
4.3.1. regelmatig hervormen onderwijs
4.3.1.1. Brede graad?
4.3.1.2. lerarenopleiding: strenger?
4.3.1.2.1. beroepsprofiel leraar
4.3.1.3. watervalsysteem werkt ongelijkheid in de hand
4.4. PREVENTIE
4.4.1. duidelijke beeldvorming over problematiek (bv kansarme gezinnen) in de lerarenopleiding
4.4.2. school bij gezinnen brengen
4.4.2.1. via ervaringsdeskundige
4.4.2.2. via intense samenwerking belangrijke figuren uit de etnische gemeenschap
4.4.3. samenwerken andere sectoren
4.4.3.1. welzijn
4.4.3.2. armoedebestrijding
4.4.3.3. werkveld creëren complementaire sectoren
4.4.4. laagdrempeligheid
4.4.4.1. financieel
4.4.4.1.1. vb. via de maximumfactuur
4.4.5. Nederlandse taal aanleren
4.4.5.1. OKAN-KLAS
4.4.6. stimuleren diversiteit
4.4.6.1. bv. "School in zicht"
4.4.6.1.1. aansporen ouders om hun kinderen naar een buurtschool te sturen
4.4.7. lokal onderwijsplatforms
4.4.8. verhogen deelname aan onderwijs van alle kleuters
4.4.9. aanzien leerkrachten verhogen