1. Welke kenmerken van het biopsychosociaal model kwamen vroeger voor en welke nu?
1.1. Verleden
1.1.1. Filosofen van de 18de en 19de eeuw behandelde gezondheid als meer dan alleen iets lichamelijks.
1.1.1.1. Het ontwikkelen van gezondheid was van belang.
1.1.2. vanaf 16de eeuw veel anatomische en fysiologische ontwikkelingen.
1.2. Heden
1.2.1. Ondanks ziekte nog steeds QOL
1.2.2. Ability to adapt and self manage
1.2.3. Salutogenesis
2. Wat wordt er verstaan onder Quality of Life?
2.1. Meetinstrumenten
2.1.1. Quality Adjusted Life Years (QALY) en Disability Adjusted Life years (DALY).
2.1.1.1. Kosten en efficiëntie
2.2. Subjectief
2.2.1. Disability Paradox
2.3. De algemene kwaliteit van leven moet worden onderscheiden van de gezoondheids-relateerde kwaliteit van leven. Dit wil zeggen kwaliteit van leven in relatie tot symptomen, verslechtering en functies.
2.4. Objectief
2.4.1. International classification of functioning, disabilty and health
2.4.1.1. 6 domeinen
2.4.1.1.1. Lichamelijk functioneren
2.4.1.1.2. bestaande ziektes en aandoeningen
2.4.1.1.3. Dagelijks leven/activiteiten
2.4.1.1.4. Sociale participatie
2.4.1.1.5. Persoonlijke factoren
2.4.1.1.6. Omgevingsfactoren
2.5. Nordenfelt en Venkatapuram
2.5.1. 10 basisvoorwaarden voor een waardig QOL
3. Wat is de levensverwachting in Nederland en welke types heb je en wat zijn de verschillen met vroeger?
3.1. Levensverwachting in goede ervaren gezondheid.
3.1.1. Vrouw
3.1.1.1. 63,5%
3.1.2. Man
3.1.2.1. 63,7%
3.2. Levensverwachting
3.2.1. Vrouw
3.2.1.1. 82,6 jaar
3.2.2. Man
3.2.2.1. 78,5 jaar
3.3. Vroeger
3.3.1. Minder hoge levensverwachting.
3.3.1.1. Andere opvattingen
3.3.1.2. Andere SES
3.3.1.3. Andere Kennis over Gezondheid
4. Wat is de defintie van gezondheid?
4.1. WHO
4.1.1. "Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity"
4.1.1.1. Verschillen met Huber
4.1.1.1.1. Definitie
4.1.1.1.2. Objectief/normatief
4.1.1.1.3. Statisch
4.1.1.1.4. Idealistisch
4.1.1.2. Kritiek
4.1.1.2.1. "Compleet"> Utopiaans en medicalisatie.
4.1.1.2.2. Ontbreken dynamisch karakter.
4.1.1.2.3. Dermografische beweging van infecties naar chronisch.
4.1.1.2.4. "Compleet" is niet meetbaar en dus niet operationeel.
4.2. Huber
4.2.1. "Health as the ability to adapt and to self manage, in the face of social. physical and emotional challenges"
4.2.1.1. Invloeden
4.2.1.1.1. Kritiek op de WHO defintie
4.2.1.1.2. Salutogenesis
4.2.1.2. Verschillen met WHO
4.2.1.2.1. Framework/ concept
4.2.1.2.2. Subjectief
4.2.1.2.3. Dynamisch
4.2.1.2.4. Realistisch
5. Wat is de geschiedenis van het begrip gezondheid?
5.1. Oudheid
5.1.1. Balans van de elementen
5.1.1.1. Grieken
5.1.1.1.1. Aristolels
5.1.1.1.2. Galenus
5.1.1.1.3. Hippocrates
5.1.1.2. Chinezen
5.1.1.2.1. 5 elementen: hout, vuur, metaal, water en yin&yang.
5.2. 16de eeuw
5.2.1. Versalius publiceerd studie over anatomie van de mens
5.2.1.1. Pasteurs ontdekte bacterieën en pasteurisatie
5.2.1.1.1. Ontstaan van celfysiologie, microbiologie en pathalogische anatomie.
5.3. 19de eeuw
5.3.1. Filosofen
5.3.1.1. Nietzsche
5.3.1.1.1. Small health: waar de artsen zich mee bezighouden. Big health: Het leven opzich met als eindpunt dood.
5.3.1.2. Rilke
5.3.1.2.1. Ziekte> Ontwikkeling
5.4. 20ste eeuw
5.4.1. Gezondheidszorg organisaties
5.4.1.1. International organisation Pan American Sanitary Bureau, Office Internation d'hygiène Publique, etc.
5.4.1.1.1. Karl Evang
5.5. 21ste eeuw
5.5.1. Kritiek huidige definitie gezondheid van het WHO.
5.5.1.1. Nieuwe dynamische definitie Gezondheid
5.5.1.1.1. Machteld Huber