Art. 348 Sr jo. Art. 350 Sr.

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Art. 348 Sr jo. Art. 350 Sr. Door Mind Map: Art. 348 Sr jo. Art. 350 Sr.

1. Rechtbank bevoegd kennis te nemen van het ten laste gelegde feit?

1.1. Absolute competentie

1.2. Relatieve bevoegdheid

2. Is de dagvaarding geldig? Wanneer niet?

2.1. Dagvaarding onjuist bekend gemaakt aan verdachte + raadsm,an - nietig

2.2. Geen uitdrukking van een door de Ovj genomen vervolgingsbesluit. - nietig

2.3. mededeling omtrent zijn rechten; art. 260 lid 3/4 Sv. - zo niet nietig

3. Kan de ovj door de rechtbank ontvangen worden in zijn strafvervolging? Wanneer niet?

3.1. Het vervolgingsrecht vervalt, door bijv. verjaring

3.2. Vervolgingsbeslissing van de Ovj is in strijd met de goede rechtsorde, wordt bepaald door de rechter.

3.3. Sprake van onrechtmatigheden in het vooronderzoek van de Ovj.

3.4. Redenen voor schorsing: artt. 14, 15 en 16 Sv.

4. Art. 348 Sv. Formele vragen, oftewel voorvragen:

5. Art. 350 Sv. De vier materiele beslis punten waarover de rechter tijdens de beraadslaging moet beslissen:

5.1. 1. Of bewezen is dat het feit door den verdachte is begaan.

5.2. Heeft de verdachte schuld? Kijk hierbij naar artt. 340 - 344 Sv.

5.3. 2. Welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de wet oplevert,.

5.4. Valt het onder de delictsomschrijving? Kijk hierbij naar de tenlastelegging, art. 261 lid 1 Sv.

5.5. 3. De strafbaarheid van den verdachte

5.6. Is de verdachte strafbaar?

5.7. 4. De oplegging van straf of maatregel.

5.8. Welke straf of maatregel is passend? Art. 351 Sv.