Copy of Literatuurgeschiedenis 13e tot en met 17e eeuw

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Copy of Literatuurgeschiedenis 13e tot en met 17e eeuw Door Mind Map: Copy of Literatuurgeschiedenis 13e tot en met 17e eeuw

1. Wat heeft de geschiedenis met literatuur te maken??

1.1. Bijbel

1.2. Volkslied

1.3. Verhalen zeggen iets van de tijd waarin ze verteld of opgeschreven zijn...

1.4. Opdracht: het is september 2115.. Wat zou men zeggen over de tijd waarin jij nu leeft? Denk aan uitvindingen/ mode/ ziekte en gezondheid/Media/....Schrijf dat eens op in ongeveer tien regels.

1.4.1. Bedenk dan eens waar de boeken en de kunst van nu over gaan. Wat zeggen die van onze tijd?

1.4.1.1. Stel: jij bent schrijver: waar zou jij nu goed een boek over kunnen schrijven?

2. De middeleeuwen beginnen in 500 en eindigen rond de vijftiende eeuw

2.1. De middeleeuwen beginnen in 500 en eindigen rond de vijftiende eeuw

3. Enkele belangrijke gebeurtenissen van 500-1700

3.1. Karel de Grote

3.1.1. Karel de Grote slaagde erin West-Europa weer te verenigen.

3.1.1.1. Na zijn dood viel zijn rijk ook weer uit elkaar. De vorsten die daarna regeerden, waren niet zo 'groot' en strijdlustig als Karel was.

3.1.1.1.1. Nederland bestond nog niet. Je had toen zeventien afzonderlijke gewesten Voorbeeld: Vlaanderen, Brabant, Holland.

3.2. Tapijt Van Bayeux: soort stripverhaal uit de 11e eeuw

3.2.1. Willem de Veroveraar die Engeland binnenviel om zijn titel als toekomstige koning te behouden. Deze gebeurtenis is op een tapijt uitgebeeld en is tot nu toe bewaard gebleven.

3.3. Kruistochten: soort godsdienstoorlogen

3.3.1. In de middeleeuwen breidde de christelijke godsdienst (de rooms-katholieken toen) zich enorm uit. Het christendom werd verkondigd.

3.3.1.1. Het christelijke West-Europa reageerde op de zich uitbreidende macht van de islamitische Arabieren met een reeks kruistochten.

3.3.2. In 632 overleed de in Mekka geboren profeet Mohammed.

3.3.2.1. Hij verkondigde een nieuwe godsdienst: de islam

3.4. Willem: Van den Vos Reynaerde

3.5. Tachtigjarige Oorlog

3.5.1. Spanjaarden wilden dat alle mensen Katholiek werden

3.5.1.1. Door deze strijd ontstond er meer eenheid in wat uiteindelijk de Republiek werd genoemd. Daar eindigden ook de middeleeuwen. We gingen van een feodale maatschappij naar een maatschappij waar handel belangrijk werd .

3.5.1.1.1. De Spanjaarden rukten op. De val van Antwerpen zorgde ervoor dat veel mensen naar het Noorden vertrokken (dat was toen goed voor de Nederlandse economie). Voor een deel hebben wij daar onze Gouden Eeuw aan te danken. België was een eeuw eerder rijk: Antwerpen was het New York van nu.

3.5.1.2. Die eenheid ontstond omdat er tegen een gezamenlijke vijand gestreden werd: de Spanjaarden.

3.5.1.3. Feodaal = agrarisch is de band van trouw en dienst tussen vrije mannen en hun adellijke heer:

3.5.1.4. Leenmannen kregen voor hun diensten wapens en inkomsten

3.6. Willem van Oranje vermoord

3.6.1. Wie was Willem van Oranje?

3.6.1.1. Hij zorgde ervoor, dat er door een lied eenheid geschapen werd in Nederland.

3.6.1.1.1. Uiteindelijk was men in het noorden veelal protestants en het zuiden katholiek.

3.6.1.2. Dit Wilhelmus werd door iedereen die tegen de Spanjaarden was gezongen: protestants of katholiek.

3.7. Beeldenstorm 1566

4. Samenvatting historische ontwikkelingen

4.1. In de Tachtigjarige Oorlog ontstaat de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden. Voorheen bestond Nederland uit zeventien afzonderlijke Nederlandse gewesten..

4.1.1. De tachtigjarige oorlog en het ontstaan van de Republiek

4.1.1.1. Willem van Oranje

4.2. De rooms-katholieke kerk krijgt ernstige concurrentie van de hervorming.

4.3. De middeleeuws agrarische en feodale maatschappij verandert in een maatschappij met een belangrijke plaats voor (overzeese) handel en productie van goederen.

4.3.1. V.O.C. 1602

4.3.1.1. Zeevaart zeventiende eeuw

4.3.2. Men globaliseerde en men deed aan handel...net als nu.. Verschil: zonder computer ging men de wereld over en men mocht veroveren om het monopolie te krijgen.

4.4. In de middeleeuwen hadden adel en geestelijkheid veel macht; dat verandert door de opkomst van de burgerij in de steden In de zeventiende eeuw ligt de macht bij de rijke burgerij.

4.4.1. Steden en handel

4.5. Hervorming, ontdekkingsreizen en boekdrukkunst markeren het einde van de middeleeuwen.

4.5.1. Luther

5. Boeken werden in de middeleeuwen met de hand geschreven en later gedrukt (boekdrukkunst).

5.1. Voorbeeld met de hand geschreven

5.1.1. Boekdrukkunst

5.1.1.1. De boekdrukkunst was net zo'n grote uitvinding als de digitale wereld.

5.1.1.1.1. Een voorbeeld van de importantie van de boekdrukkunst.

6. Literaire ontwikkelingen

6.1. Van de middeleeuwen tot en met de zeventiende eeuw waren de meeste teksten op rijm.

6.1.1. Vooral in de middeleeuwen was het voortbrengen van teksten voordrachtskunst. Er konden maar weinig mensen schrijven en lezen. In de zestiende eeuw kwam daar verandering in.. Het publiek dat kon lezen en schrijven werd langzaam aan groter

6.2. Schrijvers van de middeleeuwen tot en met de Republiek wilden hun publiek lessen leren.

6.2.1. Maerlant

6.3. De ridderroman en het dierverhaal Van den Vos Reynaerde zijn typerend voor de literatuur van de middeleeuwen. Ze horen bij de wereld van feodaliteit en ridders.

6.3.1. Leer de verhalen kennen

6.3.1.1. Van den Vos Reynaerde, Mariken van Nieumeghen, Anthonis de Roovere (gest. 1482) Van der mollenfeeste

6.3.1.2. Beatrijs

6.3.1.3. Karel ende elegast

6.3.1.4. Walewein

6.3.1.5. Lied van de heer Halwijn

6.3.1.6. Egidius

6.4. Er was van de middeleeuwen tot en met de Republiek een levendige zangcultuur.

6.4.1. Voorbeeld

6.5. Het toneel maakt een ontwikkeling door van abel spel, rederijkerstoneel naar Renaissancetoneel.

6.5.1. abel spel

6.5.2. Rederijkerstoneeel

6.5.3. Renaissancetoneel

6.6. Toneel is te verdelen in ernstig (tragedie) en komisch (komedie en klucht).

7. Liederen en toneel functioneerden van de middeleeuwen tot en met de zeventiende eeuw (en later).

7.1. De genres in de Gouden Eeuw

7.1.1. De 'vier'

7.2. In de middeleeuwen: Geestelijke literatuur = geloof Wereldlijke literatuur = maatschappij Ridderroman Karelroman Moed en kracht Gering aanzien van de vrouw Arthurroman Sluwheid en slimmigheid Vrouw wordt meer in waarde gelaten

8. Vragen bij de documentaire

8.1. Zestiende en zeventiende eeuw: de tijd van vele godsdiensten.

8.1.1. Vragen:

8.1.1.1. 1. Hoezo hebben schrijven en geschiedenis met elkaar te maken?

8.1.1.1.1. Elke tijd heeft een tijdsgeest en binnen die tijdsgeest wordt er geschreven. Vondel leefde bijvoorbeeld in de 16e en 17e eeuw. In die tijd waren er godsdienstvervolgingen en de schrijver Vondel wilde dat niet. Tolerantie. Hij schreef over de thematiek van die tijd. En zo gaat dat in elke tijd. Ridders: ridderverhalen. .

8.1.1.2. 2. Hoe sta jij erin? Wat vind jij van tolerantie en de uitspraak dat je zelf mag zijn wie je bent en dat je je mening mag hebben en dat je een ander de ruimte en vrijheid moet geven. Laat de ander vrij. Wat vind jij daarvan? Hoe gaan we daar nu mee om?

8.1.1.3. 3. De metafoor van de coffeeshop: hoe gaat Nederland met geloof om?

9. Overeenkomsten kunst: literatuur-schilderijen-architectuur

10. Renaissance en barok

10.1. Voorbeeld van David en Goliath: barok en rRenaissance

11. Culturele achtergronden

11.1. Gedurende de hele periode werkten kunstenaars in opdracht.

11.1.1. In de Republiek bepaalde de burgers en de regenten de cultuur en gaven de opdrachten aan beeldhouwers, schilders en architecten en daarnaast had je de vrije markt.

11.1.1.1. Kunst had twee doelen: 1. tonen van de burgerlijke en stedelijke mentaliteit en 2. propageren van de burgerlijke waarden en normen.

11.2. Gedurende de hele periode was symboliek in de kunst belangrijk.

11.2.1. Voorbeeld

11.3. Kunst diende om het publiek iets te leren.

11.3.1. Literatuur

11.3.1.1. Maerlant

11.4. Het humanisme stelde de mens centraal.

11.4.1. Uitleg

11.4.1.1. Humanisme: mens verheffen met letterkunde en opvoeding

11.4.1.1.1. Lof der zotheid

11.5. De Renaissance is de wedergeboorte van de oudheid en zorgt voor vernieuwing in de kunst.

11.5.1. Renaissance in Nederland: 16 en 17 eeuw

11.5.2. Antropocentrisme: leven op aarde is net zo belangrijk als het leven na de dood.

11.5.3. Individualisme: mens is een unieke persoonlijkheid.

11.5.4. Empirisme: zelf onderzoek doen: opbloei van de wetenschap.

11.5.4.1. Een nieuwe wetenschap in de zeventiende eeuw

11.5.4.1.1. voorbeeld van een uitvinding

11.6. Het burgerlijke karakter van de kunst in de Republiek blijkt uit schuttersstukken en genreschilderijen.

11.6.1. Schuttersstuk

11.6.1.1. De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn

11.6.1.1.1. De Staten Generaal was er vooral voor de buitenlandse politiek. Schutters waren regenten en andere rijke mensen. (adel) Zij hadden het eigenlijk voor het zeggen. De Staten Generaal was niet sterk.

11.6.2. Genrestuk

11.6.2.1. 'Soo als de ouderen zongen, zo piepen de jongeren' van Jan Steen

12. Vaak weten we niet van wie de tekst was: de schrijver was anoniem.

12.1. Het ging er ok niet om van wie de tekst was het ging om de boodschap.

12.1.1. Wie waren die schrijvers?

12.1.1.1. Hofkapelaan

12.1.1.2. Clericus

12.1.1.2.1. In ieder geval: doel was: vermaken en/of iets leren.

12.1.1.3. Stadsklerk

12.1.1.4. Leraar

13. In de Republiek kenden we de namen van de schrijvers en hadden we ook kennis van hun leven en hun persoonlijkheid.