1. Welke tijd?
1.1. Het gaat om troje en troje was van de elfde tot twaalfde eeuw.
1.2. Je kunt dit ook merken door goddelijke gebeurtenissen; ze geloofde in die tijd nog in veel goden
2. Godenportret
2.1. Mijn godenportret gaat over Aneas omdat het hele verhaal over Aneas gaat.
2.1.1. Hij heeft 2 vrouwen. Crusea en Livinia. In totaal had Aneas 15 kinderen
2.1.2. Aeneas is een trojaanse held
2.1.3. Aeneas werd gezien als de Leider van de trojaanen
2.1.4. Aeneas is de zoon van Aphrodite de godin van liefde schoonheid en vruchtbaarheid
2.1.5. Aeneas is een halfgod, dat betekent dus dat hij geen goddelijke krachten heeft en dus sterfelijk is
3. Samenvatting
3.1. De hoofdpersoon uit het boek is Aeneas. Hij was de leider van de Trojanen. Hij is moedig en sterk vriendelijk.Griekse goden hebben een belangrijke rol in het verhaal. De drie belangrijkste goden in het verhaal waren Aphrodite, de moeder van Aeneas, Hera, de zus van Zeus, de oppergod en Athene. De moeder van Aeneas, Aphrodite stond aan de kant van de Trojanen. De godin van de wijsheid, Athene, stond aan de kant van de Grieken. Dit zorgt voor problemen sinds de trojanen en de grieken oorlog hebben.
4. Het belangrijkste probleem
4.1. Het belangrijkste probleem is eigenlijk gewoon dat ze oorlog hebben. Dan komen er andere probleem bij die met goden te maken hebben. Aeneas gaat bijvoorbeeld ook naar de onderwereld.
5. De schrijver(s)
5.1. Paul Biegel
5.1.1. Hij heeft het boek naverteld
5.1.1.1. Geboren op 25 maart 1925
5.1.1.2. Geboren in Bussum
5.1.1.3. Overleden 21 oktober 2006 in Laren
5.1.1.4. Bekend vanwege kinderboeken
5.1.1.5. Hij heeft 2 gouden griffels ontvangen
5.1.1.6. Hij heeft 4 zilveren griffels ontvangen
5.1.1.7. Zijn vrouw heet Marijke Sträter
5.1.1.8. Hij had twee kinderen; Leonie en Arthur
5.1.1.9. Hij kwam uit voor zijn homoseksualiteit
5.2. Publius Vergillius Maro
5.2.1. Hij is de originele schrijver.
6. Mijn Mening
6.1. Ik ben geinteresseerd geraakt in Aeneas, want vroeger als ik aan goden dacht dacht ik aan de ''beroemde'' goden die iedereen kent. Het was wel leuk om dat eens te zien.
6.2. Ik miste de spanning in het boek. Het was wel interessant om te lezen maar ik vond het niet echt spannend. Ik werd er niet in meegesleurd
6.3. Het boek was niet echt ingewikkeld, wat ik aan het begin dacht. Het was duidelijke woordenschat en de plaatjes waren niet nodig maar wel handig.
7. Genre
7.1. Griekse Mythologie
7.1.1. Dit weet ik door goddelijke gebeurtenissen die niet in het echt mogelijk zijn. Ook weet ik dat het grieks is omdat de goden griekse namen hebben. En niet romeinse