Ruimtefiguren

1. Met gebogen vlakken

1.1. Voobeelden

1.1.1. Cillinder

1.1.1.1. Cillindermantel

1.1.1.2. Grondvlak

1.1.1.3. Boom

1.1.1.4. Drinkglas

1.1.2. Bol

1.1.2.1. Bowlingbal

1.1.2.2. Kralen

1.1.2.3. Knikkers

1.1.3. Kegel

1.1.3.1. Puntzak

1.2. Kunnen rollen

1.3. Diameter en straal

2. Met platte vlakken

2.1. Voorbeelden

2.1.1. Piramide

2.1.1.1. Grondvlak

2.1.1.2. Opstaande zijvlakken

2.1.1.3. Het Louvre

2.1.2. Balk

2.1.2.1. Bestaat uit rechthoeken

2.1.2.2. Rechte hoeken

2.1.3. Kubus

2.1.3.1. Bestaat uit vierkanten

2.1.3.2. Rechte hoeken

2.1.3.3. Dobbelstenen

2.1.4. Prisma

2.1.4.1. Driehoekige zijvlakken

2.1.4.2. Rechthoekige zijvlakken

2.2. Kunnen niet rollen

2.3. Zijvlakken

2.3.1. Ribben

2.3.2. Hoekpunten

3. Neemt ruimte in beslag

3.1. driedimensionaal

3.2. Volume

3.3. Diepte

4. Uitslag

4.1. Bouwplaat

4.1.1. Plakranden

4.2. Dobbelstenen