1. 4.4 en 4.5 Belasting betalen over inkomen
1.1. 4.4 Belasting over inkomen van werknemers te zien op loonstrookje
1.1.1. bruto loon
1.1.2. Loonheffing
1.1.2.1. loonheffing
1.1.2.1.1. loonbelasting
1.1.2.1.2. premies volksverzekeringen
1.1.2.2. inkomensheffing
1.1.2.2.1. schijvensysteem
1.1.2.2.2. gemiddelde heffingsdruk of heffingspercentage
1.1.2.2.3. marginale heffingsdruk of heffingspercentage
1.1.2.3. heffingskortingen
1.1.2.3.1. algemene heffingskorting
1.1.2.3.2. arbeidsheffingskorting
1.1.2.3.3. voor zelfstandigen: zelfstandigenaftrek
1.1.3. premies werknemersverzekeringen
1.1.4. pensioenpremie betaald door werkgever
1.1.5. premie zorgverzekering
1.1.6. netto loon
1.2. voor zelfstandigen
1.2.1. Inkomensheffing over winst
1.3. 4.5 Vermogensbelasting over vermogen
1.3.1. vermogensrendement
1.3.2. vermogensrendementsheffing
1.3.2.1. belastbaar vermogen
1.3.2.2. vermogensvrijstelling
1.3.2.3. fictief rendement
2. 4.3a Zelfstandigen
2.1. Ondernemersricio's
2.1.1. Kans op succes: wel of geen inkomen
2.1.2. werkloosheidsrisico
2.1.3. arbeidsongeschiktheidsrisico
2.2. ondernemingsplan
2.2.1. inhoud ondernemingsplan
2.2.1.1. doelstellingen
2.2.1.2. marktpositie
2.2.1.3. haalbaarheid van haar plannen
2.2.1.4. benodigd kapitaal
2.2.1.4.1. kapitaalgoederen: wat heb je nodig om te produceren
2.2.1.4.2. vermogen: waar haal je het geld vandaan?
2.2.2. doelgroep voor ondernemingsplan
2.2.2.1. banken
2.2.2.2. klanten
2.2.2.3. leveranciers
3. 4.2 b Werknemers, in loondienst
3.1. aanbod van arbeid: je zet in je c.v. je 'menselijk kapitaal'
3.1.1. kennis en vaardigheden
3.1.2. ervaring
3.1.3. opleiding
3.2. vraag naar arbeid: de werkgever biedt je arbeid aan tegen arbeidsvoorwaarden
3.2.1. 2 soorten
3.2.1.1. Individueel
3.2.1.2. Collectief: CAO's
3.2.1.2.1. vakbonden
3.2.1.2.2. werkgeversbonden
3.2.2. voorbeelden
3.2.2.1. loon
3.2.2.2. werktijden, aantal uren, overuren
3.2.2.3. reiskostenvergoeding
3.2.2.4. pensioen
3.2.2.5. scholing: opleiding betaald door het bedrijf
3.2.2.6. auto van de zaak
3.3. arbeidscontract: overeenkomst (contract) waarin voorwaarden voor aanbod en vraag van arbeid zijn vastgelegd
4. 4.2a Markten
4.1. markten in het algemeen
4.1.1. abstracte markt
4.1.2. concrete markt
4.2. Arbeidsmarkt
4.2.1. aanbod van arbeid: beroepsbevolking
4.2.1.1. Werkenden
4.2.1.1.1. Zelfstandigen: ondernemers die ondernemingsrisico's willen lopen
4.2.1.1.2. Werknemers: in loondienst
4.2.1.2. Werklozen
4.2.1.2.1. werkloosheidspercentage
4.2.2. vraag naar arbeid: werkgevers vragen arbeid
4.2.2.1. ingevulde vraag
4.2.2.2. openstaande vraag naar arbeid: vacatures
5. 4.3b Nationaal inkomen
5.1. productiefactoren
5.1.1. arbeid
5.1.2. kapitaal
5.1.2.1. kapitaalgoederen
5.1.2.2. vermogen
5.1.3. natuur
5.1.4. ondernemerschap
5.2. beloning van productiefactoren
5.2.1. loon
5.2.2. rente
5.2.3. huur
5.2.4. pacht
5.2.5. winst
6. 4.6 Herverdeling door de overheid
6.1. Primaire inkomens
6.2. Overdrachtsinkomens
6.2.1. werkloosheidsuitkeringen
6.2.2. arbeidsongeschiktheidsuitkeringen