Middeleeuwse stad
Door Angela van de Kar
1. Vrij zijn!
1.1. kasteelheer was de baas over de horige boeren
1.2. horige boeren=geen vrije boeren
1.3. weglopen
1.3.1. 1 jaar + 1 dag zonder gepakt te zijn = vrij
1.3.2. toch gepakt = straf
2. Groei: van dorp naar stad
2.1. 1. uitvindingen (ploeg)
2.2. 2. minder boeren
2.3. 3. meer ambachtsmannen
2.4. 4. meer koopmannen
2.5. 5. minder veiligheid!
2.5.1. schepenzaal: hier wordt recht gesproken
2.5.2. rakkers: pakken dieven en misdadigers op
3. Regels
3.1. stadsbestuur
3.1.1. 2 of meer burgemeesters
3.1.2. gilden =vereniging van mensen met hetzelfde beroep
3.1.2.1. houtzagers
3.1.2.2. bakkers
3.1.2.3. schoenmakers
3.1.3. vroedschap = groep van kooplieden
3.2. rechtbank = schepenbank: schepenen beslissen over de straffen
3.2.1. licht
3.2.1.1. 1. schandblok
3.2.1.2. 2. boete
3.2.2. zwaar
3.2.2.1. 3. stad uit/verbannen
3.2.2.2. 4. onthoofd
4. Gebouwen
4.1. centrum
4.1.1. kerken
4.1.1.1. glas-in-lood
4.1.1.2. schilderijen
4.1.1.3. beelden
4.1.2. stadhuis
4.1.2.1. schepenzaal = rechtzaal
4.1.2.1.1. archief
4.1.2.2. stadsbestuur vergadert hier
4.2. stadspoort
4.2.1. poortwachters controleren iedereen die binnen willen komen