Zouten Naomi, Guus, Neeltje en Jelle

1. Naamgeving en formules

1.1. Trivale namen: Namen waaruit je meestal niet kan afleiden om welke stoffen/oplossing het gaat.

1.2. Voorbeelden: natriumhydroxide= natronloog(triviale naam)

2. Belangrijke Binas tabellen

3. Voorbeelden zouten in het dagelijks leven

4. Reactievergelijkingen

5. Oplosbaarheid

5.1. Oplosvergelijking: NaCl(s) --> Na (aq)+ Cl (aq)

5.1.1. Indampvergelijking: Na (aq)+ Cl (aq)--> NaCl (s)

5.2. Stroomgeleiding: Zout goed oplosbaar --> Ionen komen vrij Vrije ionen-> Zorgen voor stroomgeleiding.

6. Practica

6.1. Practicum 3 Geleiding

6.1.1. Verschillende zouten op laten lossen. : Hoe beter de zout oplost in het water hoe beter het geleid(Vrije ionen)

6.2. Practicum 2 Scheiden van zouten

6.2.1. Twee zouten oplossen in water --> Een zout lost op de andere niet --> De oplossing filtreren--> Het filtraat indampen --> Zo heb je de twee zouten van elkaar gescheiden.

7. Ionen